Het milieu als vergeten slachtoffer van gewapende conflicten

Leed veroorzaakt door gewapende conflicten associëren we meestal onmiddellijk met gewonden en doden, mensen op de vlucht en vernietigde steden. Vaak zien we echter de schade berokkend aan de natuurlijk omgeving over het hoofd. Nochtans kunnen de gevolgen hiervan verregaand (ook voor het welzijn van de mens) en vaak lang na begraving van de strijdbijl nog voelbaar zijn. 

Diverse gevolgen voor het milieu

Conflicten kunnen het milieu aantasten op allerlei wijzen, bijvoorbeeld door het gebruik van bepaalde wapens met toxische, brandgevaarlijke of radioactieve componenten die vrijkomen bij productie en gebruik. Explosieve oorlogsresten resulteren in landdegradatie van zowel landbouw- als natuurgebieden en vervuilen bodem en water met metalen en giftige bestanddelen.

Ook kunnen conflictpartijen schade toebrengen aan industriële, petroleum- of energiefaciliteiten, landbouwinfrastructuur en watervoorzieningen. Naast directe schade aan deze infrastructuur, kan dit ook incidentele langdurige en grensoverschrijdende gevolgen voor het milieu met zich meebrengen, door lucht- en bodemverontreiniging en verontreiniging van rivieren, grondwaterlagen of zeeën. Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze gevolgen zelfs bijdragen aan klimaatverandering. 

De gedwongen verplaatsing van de ontheemde burgerbevolkingen kan leiden tot de niet-duurzame exploitatie van andere gebieden, waardoor de natuurlijke omgeving onder druk komt te staan. Verder lijdt het milieu ook onder de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen om oorlogseconomieën in stand te houden of voor persoonlijk gewin. Daarnaast resulteren gewapende conflicten veelal in een toename van het storten en verbranden van afval, evenals een aftakeling van milieubeheer- en recyclagesystemen. 

Bescherming van het milieu onder IHR

Het internationaal humanitair recht (IHR) probeert de humanitaire gevolgen van gewapende conflicten te beperken. Een zekere mate van milieuschade is inherent aan gewapende conflicten, maar mag niet onbeperkt zijn. Gezien de mogelijk verreikende humanitaire impact van milieuschade, legt het IHR daarom verschillende maatregelen op aan conflictpartijen ter bescherming van de natuurlijke omgeving.

Hoewel er geen algemene definitie is van ‘milieu’ onder het IHR, is het algemeen aanvaard dat dit de natuurlijke wereld in de breedst mogelijke zin omvat, met inbegrip van fauna, flora, oceanen en andere watermassa's, bodem en rotsen, evenals natuurlijke elementen die het product zijn of kunnen zijn van menselijk ingrijpen, zoals voedingsmiddelen, landbouwgebieden, drinkwater en vee.

Verschillende IHR rechtsbronnen, waaronder voornamelijk het internationaal humanitair gewoonterecht en het Eerste Aanvullend Protocol van 1977 bij de Verdragen van Genève, bieden specifieke beschermingsregels voor het milieu aan. Zo moeten middelen en methoden van oorlogsvoering gebruikt worden met de nodige aandacht voor de bescherming en het behoud van het milieu en mogen deze niet ingezet worden of tot gevolg hebben om wijdverspreide, ernstige en langdurige schade aan het milieu aan te brengen. Daarnaast mag de vernietiging van de natuurlijke omgeving niet als wapen gebruikt worden en is het verboden om vergeldingsaanvallen tegen het milieu uit te voeren.

Ook bieden verschillende regels over specifieke wapens bescherming aan de natuurlijke omgeving, al dan niet expliciet, zoals het verbod op giftige wapens, biologische wapens, chemische wapens en beperkingen op het gebruik van herbicide als een methode van oorlogsvoering, brandwapens en landmijnen.

Daarenboven zijn er nog algemene IHR regels en principes die de bescherming van de natuurlijke omgeving nastreven zonder dit specifiek te vermelden. Het milieu wordt namelijk standaard erkend als een burgerlijk goed en valt daarom onder het toepassingsgebied van verschillende regels voor het voeren van vijandelijkheden betreffende de bescherming van civiele objecten.

Zo volgt uit het beginsel van onderscheid dat geen enkel onderdeel van de natuurlijke omgeving het doel van een aanval mag vormen, tenzij het een militair doelwit betreft. Daarnaast stelt het beginsel van proportionaliteit dat een aanval verboden is, indien die naar verwachting buitensporige nevenschade zou veroorzaken aan de natuurlijke omgeving in verhouding tot het verwachte tastbare en rechtstreekse militaire voordeel. Het principe van voorzorg bepaalt dat de conflictpartijen alle mogelijke voorzorgen moeten nemen bij het voeren van de vijandelijkheden om incidentele schade aan het milieu te voorkomen, of in ieder geval tot een minimum te beperken.

Verder geniet de natuurlijke omgeving ook bescherming geboden door regels voor speciaal beschermde objecten anders dan het milieu, waaronder voor het overleven van de burgerbevolking onmisbare goederen, werken en installaties die gevaarlijke krachten bevatten en culturele goederen.

Implementatie van beschermingsmaatregelen door staten

In 2020 publiceerde het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) een vernieuwde versie van de richtlijnen voor de bescherming van de natuurlijke omgeving in gewapende conflicten van 1994. Deze vernieuwde richtlijnen weerspiegelen de ontwikkelingen in internationaal recht die sindsdien hebben plaatsgevonden. Ze beogen het faciliteren van de aanname van concrete implementatiemaatregelen ter versterking van de bescherming van het milieu in gewapende conflicten en doen aanbevelingen aan staten over de naleving, implementatie en verspreiding van de betreffende IHR regels, ook in vredestijd.

Staten worden met name aangemoedigd om de IHR regels ter bescherming van de natuurlijke omgeving te respecteren en doen respecteren, evenals om nationale wetgeving aan te nemen om de betreffende regelgeving in de praktijk te brengen, zoals door het invoeren van strafrechtelijke sancties voor oorlogsmisdaden en het nemen van maatregelen om andere IHR schendingen te onderdrukken. 

Verder bevelen de richtlijnen de opleiding aan van de strijdkrachten over de IHR beschermingsregels van het milieu, evenals het ter beschikking stellen van juridische adviseurs die militaire gezagvoerders over de toepassing van het IHR inlichten, inclusief aangaande de natuurlijke omgeving. Finaal roepen de richtlijnen staten op om kennis van deze IHR regels onder de burgerbevolking te verspreiden en bij de ontwikkeling van nieuwe wapens en methoden van oorlogsvoering te evalueren of deze conform de IHR regels betreffende de bescherming van het natuurlijke milieu zouden zijn.

Raadpleeg de vernieuwde richtlijnen

Meer artikels van deze expert