Vooruitblik naar de tweede Toetsingsconferentie van het Verdrag inzake Clustermunitie

Het jaar 2020 markeert niet alleen de 10-jarige inwerkingtreding van het Verdrag inzake Clustermunitie maar ook het jaar waarin de tweede Toetsingsconferentie plaatsvindt. Tijdens deze conferentie wordt de richting bepaald voor de verdere implementatie van het Verdrag in de komende 5 jaar. 

Om de vijf jaar komen vertegenwoordigers van de staten die partij zijn bij dit verdrag samen in een zogenaamde Toetsingsconferentie om het functioneren en de stand van het Verdrag inzake Clustermunitie te toetsen. Ook staten die geen partij zijn bij het verdrag of internationale organisaties en instellingen, zoals het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC), kunnen worden uitgenodigd om de conferentie bij te wonen. De tweede Toetsingsconferentie zal enerzijds digitaal doorgaan van 25 tot 27 november 2020 en anderzijds zowel digitaal als fysiek op 4 en 5 februari 2021 in Genève, Zwitserland.  

Humanitaire gevolgen van clustermunitie

Clustermunitie is een vorm van munitie die samengesteld is uit een omhulsel met meerdere kleine explosieve ladingen (submunitie). Bij lancering opent het omhulsel zich in de lucht, waardoor de submunitie wordt verspreid over een grote oppervlakte en een cluster van explosies veroorzaakt. 

De humanitaire gevolgen van clustermunitie zijn tweeledig. Doordat er sprake is van de verspreiding van de submunitie over een groot oppervlakte, vergroot dit het risico op een niet-onderscheidende aanval – wat verboden is onder het internationaal humanitair recht (IHR). Niet-onderscheidende aanvallen zijn van die aard dat ze militaire doelwitten en burgers en burgerobjecten zonder onderscheid raken, omdat bij de aanval:

  • deze niet gericht is op een specifiek militair doelwit;
  • een methode of middel van oorlogsvoering gebruikt dat niet kan gericht worden op een specifiek militair doelwit; of
  • een methode of middel van oorlogsvoering gebruikt waarbij de effecten niet kunnen worden beperkt zoals verplicht onder het internationaal humanitair recht. 

Daarnaast kan een conflictgebied door clustermunitie ‘vervuild’ worden met niet-ontplofte submunitie die namelijk nog lange tijd ontploffingsgevaarlijk blijft. Ook dit kan leiden tot burgerslachtoffers, zelfs tot vele jaren na afloop van een gewapend conflict. Bovendien kan de blijvende aanwezigheid van clustermunitie de toegang van de bevolking naar het getroffen gebied belemmeren en verhindert daarmee ook vaak de socio-economische ontwikkeling van gemeenschappen.

Belang van Verdrag inzake Clustermunitie  

Het Verdrag inzake Clustermunitie verbiedt het gebruik, de productie, de overdracht en de opslag ervan en biedt daarnaast een kader voor samenwerking en hulp om te zorgen voor de verzorging en rehabilitatie van slachtoffers, het ruimen van besmette gebieden, de bewustmaking van de gevaren van clustermunitie en de vernietiging van verboden voorraden. Statenpartijen dienen jaarlijks verslag uit te brengen met betrekking tot de implementatie van het verdrag. Het verdrag beoogt zo tegemoet te komen aan de humanitaire gevolgen en het onaanvaardbare letsel aan burgers dat het gebruik van deze wapens met zich meebrengt. Sinds de inwerkingtreding op 1 augustus 2010, hebben 110 staten het verdrag geratificeerd. 

Cijfers tonen aan dat het verdrag een redelijk succes is: meer dan 1,5 miljoen unieke stukken clustermunitie zijn reeds vernietigd, dat 95% van de gerapporteerde voorraden vertegenwoordigt. Ook de transparantie van statenpartijen, waarvan 75% jaarlijkse rapporten overmaken, vormt een bouwsteen voor wederzijds vertrouwen en een belangrijk instrument om de vooruitgang van de implementatie te meten. Toch blijven er, ondanks deze indrukwekkende cijfers, nog verschillende uitdagingen.

Blijvende inspanningen nodig

Huidige uitdagingen zijn verbonden aan de universalisering van dit verdrag, aan de onzekerheid over de voorraden van toetredende staten en het behoud van kleine voorraden clustermunitie voor (militaire) opleidings- en onderzoeksdoeleinden. Daarnaast kunnen een gebrek aan expertise en omslachtige technische procedures leiden tot het uitstellen van de vernietiging van de voorraden. Verder blijven er uitdagingen bestaan op het vlak van data-verzameling en rapportering. 

Wat kan er verwacht worden van de tweede Toetsingsconferentie?

Een eerste verwachting van de tweede Toetsingsconferentie is dat er een hernieuwd actieplan zal worden aangenomen voor de periode 2021-2025, met name het ‘Lausanne Action Plan’. De belangrijkste wijziging ten opzichte van het huidige actieplan is de toevoeging van een specifieke ‘actie’ inzake de naleving van het Verdrag inzake Clustermunitie. Daarin onderschrijven de statenpartijen bijvoorbeeld de bereidheid tot het stellen en beantwoorden van vragen inzake de naleving van het verdrag.

Een tweede verwachting betreft de aanname van de ‘Lausanne Political Declaration’. In deze politieke verklaring benadrukken de statenpartijen opnieuw hun inzet voor de doelstellingen van het Verdrag inzake Clustermunitie, geïnspireerd door de verwezenlijkingen van het verdrag op het gebied van onder meer de internationale vrede & veiligheid en het IHR. Desalniettemin wordt verwacht dat er in de politieke verklaring ook bezorgdheden zullen worden geuit over de stijging van burgerslachtoffers in bepaalde landen ten gevolge van clustermunitie, en wordt universele ratificatie van het verdrag ingesteld als prioriteit ten einde clustermunitie verder te stigmatiseren en het gebruik ervan te ontmoedigen.

Dit blogbericht werd mede geschreven door vrijwilliger Elias Viaene.

Meer artikels van deze expert