'Je weet nooit wat je moet verwachten na een oproep, je bereidt je dus ook altijd op het ergste voor. Maar telkens zie je dan weer hoe veerkrachtig mensen zijn.'
Onze zomerhelden zetten zich op vele manieren in. De ene al wat prominenter dan de andere. DSI, of Dringende Sociale Interventie, doet bijvoorbeeld bij weinig mensen een belletje rinkelen. DSI-vrijwilligers bieden psychosociale begeleiding in bijzondere situaties. Dit doen ze tijdens rampen of andere onverwachte gebeurtenissen, maar ook preventief zijn ze aanwezig op festivals en sportevenementen. Ze praten met mensen na schokkende gebeurtenissen (hoe groot of klein ook), en bieden zo steun of rust. Zo zorgen ze voor het mentaal welzijn van slachtoffers en familieleden. “Mensen weten vaak niet dat wij bestaan. Dat is niet erg. Want als we nodig zijn, staan we er wel. Dan voel je de opluchting dat ook dit soort diensten er zijn.” vertelt Karima ons.
Van stagiair naar vrijwilliger
Tijdens haar opleiding liep Karima al stage in onze organisatie. Daar draaide ze mee op de DSI-dienst. In haar tweede week sloeg het noodlot toe: de aanslagen in Brussel. “Ik werd er dus direct ingegooid. 3 dagen ben ik daar ter plaatse geweest, vooral met ondersteunende taken. Bellen, afspraken maken, het logboek bijhouden, …”
Karima zet zich ondertussen al jaren in als vrijwilliger voor DSI. “Tijdens mijn stage kwam ik vaak met de vrijwilligers in contact. Ik merkte dat ik net als hen actief wou zijn op het terrein. Daarom ben ik vrijwilliger geworden, om echt tussen de mensen te staan.”
Mensen met een hart voor mensen
DSI werkt vaak in moeilijke, zelfs dramatische omstandigheden. Zoiets durft stevig door te wegen op de vrijwilligers zelf. Het is haar positieve ingesteldheid die Karima in dit soort momenten staande houdt. “Je weet nooit wat je moet verwachten na een oproep, je bereidt je dus ook altijd op het ergste voor. Maar telkens zie je dan weer hoe veerkrachtig mensen zijn. Hoe ondanks alle emoties die menselijke verbinding toch nog overeind blijft.”
Ook de band met haar teamgenoten motiveert Karima. “Na een interventie praten we altijd met elkaar. Over hoe we ons voelden toen we de oproep kregen bijvoorbeeld.” En ook op latere momenten kunnen de vrijwilligers bij elkaar terecht. “Ik kan mijn collega’s altijd bellen om na te praten. We kunnen echt beroep doen op elkaar. Er ontstaan heel dierbare vriendschappen uit zo’n samenwerking. We zijn echt een soort familie.”