Rode Kruis eist staakt-het-vuren in Jemen
Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) eist een staakt-het-vuren van minstens 24 uur in Jemen. Door de hevige luchtaanvallen en grondgevechten zijn de hoofdstad Sanaa en de zuidelijke havenstad Aden zo goed als volledig afgesloten van de buitenwereld. Water, voedsel en brandstof raken snel op. De meeste inwoners zitten zonder onderdak of stroom. Er zijn ook te weinig medicijnen en medisch materiaal. Het is een humanitaire ramp die al aan honderden mensen het leven heeft gekost.
Hulpgoederen zijn er, maar moeten tot bij de mensen raken
Het Rode Kruis staat klaar om medische en andere hulpgoederen te verdelen onder de getroffen bevolking, maar eist daarvoor een staakt-het-vuren van minstens 24 uur, zodat de verdeling veilig kan verlopen. Dat is geen overbodige luxe: op 3 april werden nog twee broers doodgeschoten terwijl zij in Aden gewonde mensen probeerden te evacueren. Zij werkten allebei voor de Jemenitische Rode Halve Maan en waren beschermd door het embleem dat ze droegen. In de praktijk worden hulpverleners vaak bewust in het vizier genomen, wat in strijd is met het Internationaal Humanitair Recht.
Saudi-Arabië, dat bombardementen uitvoert tegen de Houthis in Jemen, had het Rode Kruis toestemming gegeven om een vliegtuig met hulpgoederen naar Sanaa te brengen, maar het vliegveld is zo zwaar beschadigd dat dit onmogelijk was. Op dit moment wordt gezocht naar een andere manier om de stad binnen te raken. Er wordt ook verder onderhandeld om toegang tot Aden te verkrijgen.