“Klimaatopwarming heeft gevolgen voor onze werking”
Reuzenteken die hun intrede doen, tijgermuggen die steeds dichter naar ons land komen, hittegolven, orkanen en andere extreme weersomstandigheden: de klimaatverandering liet zich de voorbije zomer meer dan eens voelen. En die verandering heeft niet alleen voor onze leefomgeving gevolgen, ook de impact voor hulporganisaties zoals de onze is niet te onderschatten. De Internationale Rode Kruisfederatie (IFRC) lanceert vandaag de campagne Faces of Climate, die de aandacht vestigt op het groter aantal slachtoffers van klimaatgerelateerde rampen – een aantal dat in de toekomst alleen maar zal groeien. Ook wij ondervinden gevolgen van de klimaatverandering, zowel op vlak van eerstehulpverlening, internationale noodhulp, én zelfs op de bloedvoorraad.
Hulpverlening op evenementen
Ons Centrum voor Evidence-based Practice (CEBaP) maakte een wetenschappelijke analyse die alle bestaande risicoclassificatiemodellen voor massamanifestaties (muziekconcerten, festivals, sportevenementen, …) in kaart brengt. Deze modellen maken voorspellingen van het aantal patiënten dat binnenkomt in een eerstehulppost en van het aantal patiënten dat vanuit deze hulppost wordt afgevoerd naar het ziekenhuis. De modellen leggen ook de factoren die deze aantallen beïnvloeden bloot.
Zo gaan een hogere temperatuur en luchtvochtigheid gepaard met een hogere instroom van patiënten op eerstehulpposten én een hoger aantal patiënten dat naar het ziekenhuis afgevoerd moet worden. Op basis van eigen analyses van de hulpverlening bij 45.535 verzorgingen op muziekfestivals, stelt onze hulpdienst vast dat er voor elke temperatuursstijging van 1 graad Celsius 93 verzorgingen éxtra per festivaldag plaatsvinden. De klimaatverandering vormt dus een grotere belasting op de hulpverlening tijdens massamanifestaties, die meer en meer georganiseerd worden, en vraagt dus ook om een grotere inzet van middelen.
Internationale noodhulp
Ook in de noodhulp laat de opwarming van de aarde zich voelen. Hulpverleners moeten steeds proactiever kunnen reageren op vaker voorkomende extreme weersomstandigheden. Daarom zetten we in op rampenparaatheid van onze zusterorganisaties in Afrika en op forecast-based financing. Onder andere door lokale hulpverleners op te leiden en warenhuizen met noodhulpgoederen te installeren kan het aantal slachtoffers van natuurgeweld sterk teruggedrongen worden.
Maar het gaat verder dan dat: dankzij forecast-based financing mobiliseren we sneller de financiële middelen nodig om op te treden nog vóór de humanitaire ramp tot ontwikkeling komt. Door technologische vooruitgang kunnen we immers steeds beter voorspellen waar en wanneer extreme weersomstandigheden zich zullen voordoen. Op basis van deze info treden onze vrijwilligers in actie: ze evacueren gevarenzones, brengen medisch personeel en hulpgoederen ter plaatse en/of verstevigen antennes zodat communicatie tijdens en na een storm mogelijk blijft.
In Mozambique bevroegen we meer dan 300 mensen, van wetenschappers tot inwoners van getroffen gebieden. Als resultaat hiervan, samen met een analyse van 2291 wetenschappelijke artikelen verricht door CEBaP, werd een set van early actions ontwikkeld voor het Mozambikaanse Rode Kruis, om toe te passen bij een nieuwe ramp. Zulke vroege handelingen zijn bijvoorbeeld het uitdelen van waterzuiveringstabletten of toolkits die huizen verstevigen tegen extreme windstoten.
West-Nijlvirus en de tijgermug
Ten slotte heeft de klimaatverandering ook een impact op de inzameling van bloed, plasma en bloedplaatjes. Wie na een vakantie in het buitenland bloed of plasma wilde doneren, kreeg mogelijk te horen dat zijn of haar bloed of plasma even niet geschikt bevonden werd voor donatie. Grote kans dat dat te maken had met de bestemming waar je je vakantie doorbracht. Waar vroeger exotische bestemmingen zoals Zuid-Amerika of Azië de grote oorzaak van uitstel van donatie waren, kan zelfs een vakantie binnen Europa al reden voor uitstel zijn. En dat heeft vaak te maken met het West-Nijlvirus (WNV), dat wordt overgedragen door muggen en ook via bloedtransfusies overdraagbaar is.
In 2018 zagen we een uitgesproken stijging in vergelijking met de voorgaande jaren wat betreft uitstel omwille van risico op besmetting met het West-Nijlvirus. Waar in 2016 712 en in 2017 457 donoren werden uitgesteld omwille van mogelijke besmetting met WNV, waren dat er in 2018 1.444. Vóór de eeuwwisseling waren uitbraken met het virus in Zuid-Europa nog sporadisch, maar sindsdien wijzen tests steeds vaker op besmettingen, ook in meer noordelijker gebieden. Het grote aantal besmettingshaarden in 2018 wordt gelinkt aan de voor de ontwikkeling van muggen gunstige weersomstandigheden met langdurigere hoge temperaturen en met toch nog voldoende neerslag. We zullen in de toekomst moeten overgaan tot – veel kostelijkere - laboratoriumtests op WNV tijdens de zomer, om niet elk jaar meer en meer donoren te moeten uitsluiten. De klimaatverandering heeft dus ook impact op de budgettaire beslissingen die onze organisatie moet nemen om de veiligheid van het bloed te blijven garanderen.