Ooit keer ik terug naar Syrië
Jeroen werkte jarenlang voor het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) en trok onder andere naar Oeganda, Dafur, Congo en Colombia in het kader van humanitaire hulpverlening. In mei 2011 kwam hij in Syrië terecht waar hij twee jaar lang hulpgoederen verdeelde. Sinds kort is hij aan de slag bij Rode Kruis-Vlaanderen ...
“Ik was op zoek naar een zinvolle en avontuurlijke job toen ik in 2004 mijn eerste stappen zette in de humanitaire wereld. Als vrijwilliger voor een Zwitserse NGO die ijverde tegen kinderhandel trok ik naar Cambodja. Het oorspronkelijke plan om daar 1 jaar te helpen werd al snel aangepast. Het zijn uiteindelijk 3 fantastische, boeiende jaren geworden! Maar als vrijwilliger komt er natuurlijk geen brood op de plank. Daarom ging ik op zoek naar een job in diezelfde sfeer en omdat ik heel lang in Genève woonde, kwam het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) meteen in beeld. Na een lange procedure en stageperiode mocht ik na een jaar vertrekken naar Oeganda. En dan kwam in mei 2011 de vraag of ik voor 3 maanden een evaluatie kon doen over de humanitaire noden in Syrië.
In die periode waren er vooral protesten aan de gang en was er van een echt conflict nog geen sprake. Maar de situatie werd verergerde waardoor mijn opdracht verlengd werd. Een aanslag op een vergadering met grote kopstukken van verschillende securitydiensten in juni 2012 zorgde voor hét breekpunt in Damascus. Die avond veranderde alles: raketten werden afgevoerd op het centrum, we hoorden constant het geluid van machinegeweren op de achtergrond, helikopters vlogen over … de oorlog is toen op nationaal vlak uitgebarsten. Daarvoor was het conflict ‘beperkt’ tot bepaalde gebieden zoals Homs en Idlib. In Aleppo bleef het zelfs daarna nog even rustig. We gebruikten die stad vaak als uitvalsbasis voor ons humanitair werk in de zwaar getroffen zones.
Het vreemde is dat je snel went aan het geweld en het oorverdovende geluid van de oorlog. Ontploffingen hielden op den duur niet meer op en kwamen vaak heel dichtbij maar het wordt een deel van je leven. Toen ik na twee jaar terug in Genève kwam, kon ik niet meer slapen omdat het er té stil was.
In die periode was het ICRC, samen met de Syrische Rode Halve Maanbeweging, de enige humanitaire organisatie die toegang had tot het oorlogsgebied. Tijdens field trips vreesde ik wel eens voor mijn leven en ik heb ondertussen al verschillende collega’s en vrienden verloren door het conflict. Maar Syrië blijft me nauw aan het hart liggen. Syriërs zijn heel moedige, fiere en gastvrije mensen. Zij hopen nog steeds dat ze binnenkort terug kunnen naar hun eigen stad en huis om aan de heropbouw te beginnen. Voor hen is dit een stukje therapie, het is hun manier om aan te tonen dat ze de moed niet opgeven.
Als ik binnen dit en een aantal jaar de kans krijg om opnieuw naar Syrië te gaan, doe ik dat. Zonder twijfel! Ik wil daar heel graag mee bouwen aan een nieuwe toekomst, samen met mijn vrouw en zoontje. Op die manier kunnen we hem uitleggen dat Syrië twee jaar van ons leven was, want ook mijn vrouw werkte er voor een NGO. Het was een periode die ons veranderd en beïnvloed heeft, die ons de dingen anders doen inzien heeft en die dus ook indirect invloed heeft op zijn opvoeding.
Maar voorlopig blijven we nog even in België omdat hij nog te klein is om nu al mee op pad te gaan. Het is de laatste jaren echt gevaarlijk om hulpverlener te zijn, er is absoluut geen respect meer voor vrijwilligers of hulpverleners in conflictgebieden. We worden steeds vaker doelbewust als target gezien. Mijn job binnen Rode Kruis-Vlaanderen is iets totaal anders, maar ik ben heel benieuwd om samen met mijn collega’s de humanitaire hulpverlening in het buitenland verder uit te bouwen, op zoek te gaan naar nieuwe fondsen en de samenwerking met andere Rode Kruisverenigingen op te drijven."
Meer artikels van deze expert