BLOG: de bescherming van onderwijs in tijden van gewapend conflict
Elk jaar vieren we op 20 november de internationale dag van de rechten van het kind. Exact 30 jaar geleden kwam het VN-Kinderrechtenverdrag tot stand. Dit is een verdrag waarin de basisrechten van alle kinderen ter wereld verankerd zijn. Om dit jubileum te vieren willen we vandaag graag één van de belangrijkste rechten van het kind in de kijker zetten, namelijk het recht op onderwijs. We bekijken hieronder wat de gevolgen zijn van gewapende conflicten op dit recht op onderwijs.
Enkele cijfers
Volgens de Verenigde Naties vonden er 385 aanvallen plaats op scholen in Syrië sinds 2014. Twee op vijf scholen werden volgens de VN in Syrië vernietigd, ernstig beschadigd of bezet voor militaire doeleinden. Daarnaast stelt de VN ook vast dat meer dan 2 miljoen kinderen in Syrië geen toegang hebben tot onderwijs, onder andere doordat de fysieke infrastructuur beschadigd werd. Dat is ongeveer een derde van alle kinderen in Syrië.
Conflicten worden steeds vaker uitgevochten in steden en dat heeft een grote impact op essentiële civiele infrastructuur, zoals scholen, en het leven van de burgerbevolking, waaronder kinderen. Te vaak wordt onderwijs snel en diepgaand verstoord tijdens gewapende conflicten, met zowel onmiddellijke als lange termijn gevolgen.
Het juridische kader in een notendop
Het recht op onderwijs wordt zowel in vredes- als oorlogstijd gevrijwaard door rechten en plichten. Enerzijds zijn er verdragen en handvesten waarin de fundamentele rechten van het kind verankerd zijn. Voorbeelden zijn het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het Kind en het Afrikaans Handvest inzake de Rechten en het Welzijn van het Kind. Meer specifiek is het recht op onderwijs verankerd in artikel 28 van het VN-Kinderrechtenverdrag.
Anderzijds probeert het internationaal humanitair recht (IHR) door middel van een geheel van regels de gevolgen van een gewapend conflict, wegens humanitaire redenen, te beperken. Deze regels zijn enkel in oorlogstijd van toepassing. Het IHR bevat geen concreet recht op onderwijs zoals het VN-kinderrechtenverdrag maar beschermt wel het recht op leven, de gezondheid en de waardigheid van personen die niet (of niet langer) deelnemen aan een gewapend conflict. Daarnaast bevat het ook regels inzake het gebruik van bepaalde wapens en methoden tijdens gewapende conflicten. Het respecteren van de basisprincipes van het IHR kan daarom bijdragen tot de bescherming van en toegang tot onderwijs in gewapende conflicten.
Zo stelt het IHR dat er steeds een onderscheid gemaakt dient te worden tussen burgers en strijders en tussen objecten van civiele en militaire aard. Burgers en burgerlijke objecten mogen nooit rechtstreeks worden aangevallen. In principe is het verboden een school aan te vallen want scholen worden beschouwd als een burgerlijk object en worden geacht gebruikt te worden door leerkrachten en leerlingen, m.a.w. burgers. Zelfs wanneer scholen door militair gebruik een militair doelwit zouden worden, moeten de partijen het principe van proportionaliteit respecteren en voorzorgsmaatregelen treffen om schade aan burgerobjecten en leed voor de burgerbevolking te voorkomen of op zijn minst tot het minimum te beperken.
Daarnaast zijn er verschillende bepalingen die vereisen dat de strijdende partijen de toegang tot onderwijs faciliteren. Het internationaal humanitair recht en mensenrechtenrecht vullen elkaar dus aan.
Streven naar oplossingen
Net zoals voor andere regels van het internationaal humanitair recht, zijn verwerving van kennis en bewustzijn over deze regels de eerste noodzakelijke stap voor een betere naleving. Tegenwoordig tellen gewapende conflicten steeds meer actoren en vaak hebben niet alle strijdende actoren een kennis van het internationaal humanitair recht. Om die reden is het belangrijk dat de strijdende partijen, Staten en niet-statelijke gewapende groepen, bij een gewapend conflict geïnformeerd zijn over het IHR.
In 2015 werd “The Safe Schools Declaration” tot stand gebracht. Dit is een intergouvernementeel en politiek document met als doel onderwijs in tijden van conflict te beter beschermen. De verklaring is juridisch niet bindend maar stelt richtlijnen ter beschikking die strijdende partijen kunnen implementeren om van scholen een veiligere omgeving te maken, door het militair gebruik van scholen en universiteiten te beperken en de negatieve impact van dit gebruik te verminderen. Reeds 98 Staten onderschreven de verklaring.
Daarnaast nam de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging in 2017 een resolutie aan (“Education: Related humanitarian needs”) waarin ze de huidige uitdagingen aankaarten alsook de operationele maatregelen die de Beweging kan nemen om de impact van gewapende conflicten op onderwijs te beperken.
Slot
Een aanval op een school zal steeds een waaier aan humanitaire, ontwikkelings- en sociale uitdagingen met zich meebrengen. Kinderen die toegang tot onderwijs ontzegd worden, worden ook een kans op een betere toekomst ontzegd. Gewapende conflicten vernietigen dus niet louter de infrastructuur van onderwijs maar ook de hoop en ambitie van een generatie kinderen.
Dit blogbericht werd mede-geschreven voor vrijwilliger Anastasia Petrova.
Meer artikels van deze expert