Het gaat over vertrouwen hebben in elkaar
Op 18 oktober vertrok Anne Seghers voor Rode Kruis-Vlaanderen als teamlid van een Emergency Response Unit naar Haïti. Amper een maand na de doortocht van orkaan Matthew verwachtte Anne heel wat chaos aan te treffen maar hoopte ze vooral snel en efficiënt hulpgoederen te kunnen verdelen in vaak zo goed als onbereikbare gebieden. Vier weken later is Anne terug in België en vertelt ze over de kwetsbaarheid van de Haïtianen.
"Bij onze aankomst in Port-Au-Prince werden we nog niet meteen met onze neus op de feiten gedrukt. Het was pas toen we doorreisden naar Jérémie en Les Cayes dat we zagen hoeveel schade de storm had aangericht. De hevige regenval maakte het alleen maar erger: mensen stonden in bepaalde streken echt tot aan hun middel in het water. Anderzijds viel het ons op dat heel wat Haïtianen al gestart waren met de heropbouw van huizen en dat akkers in hoger geleden gebieden opnieuw klaargemaakt werden om te bewerken. Van echte chaos was dus niet echt sprake, daarvoor berust een Haïtiaan teveel in zijn lot.
In Jérémie werd overlegd met de andere Rode Kruisverenigingen over issues zoals onderdak (shelter) en hygiëne (WASH). Pas daarna kon ons team overgaan tot het opmaken van een distributieplan en trokken we naar Anse d’Hainault en Les Irois waar we Open Data Kittraining (ODK) gaven aan een dertigtal lokale vrijwilligers. Tijdens zo’n training maken we duidelijk wat de criteria zijn om begunstigden aan te duiden en hoe deze info verwerkt kan worden. Voor plaatselijke vrijwilligers is het selecteren van begunstigden namelijk niet altijd even evident aangezien ze zelf ook getroffen werden door de orkaan en dus zelf ook nood hebben aan ondersteuning. Het is dus ontzettend belangrijk dat de opgelegde criteria gevolgd worden én dat alles perfect geregistreerd wordt in het ODK. Op basis van deze info krijgen de meest kwetsbaren (zwangere vrouwen, ouderen, gezinnen met mindervaliden,…) dan een ticket waarmee ze hulpgoederen kunnen ophalen op verschillende distributiepunten.
Na de training én voor de uiteindelijke distributie van start ging, stond een gesprek met de burgemeester en de politie op de planning om onze werking uit de doeken te doen. Belangrijk is het feit dat wij de verdelingen van hulpgoederen steeds opstarten zonder tussenkomst van de politie. Het is pas wanneer begunstigden aangevallen of bestolen worden dat we hun hulp inroepen. Tijdens de distributie kunnen we wel rekenen op mensen uit de gemeenschap zelf die zoveel mogelijk op strategische plaatsen ingezet worden en instaan voor de veiligheid van bewoners. De distributie gebeurt door zo’n 20 vrijwilligers die telkens groepjes van 10 begunstigden bedelen. In totaal deelden we op deze manier non food item-kits (hygiënemateriaal, muskietennet, kitchensets,…) uit aan 2.600 gezinnen. Het ERU-team dat ons opvolgt, met als teamlid onder andere vrijwilliger Jan Standaert, zal de komende weken nog 3.400 kits extra verdelen.
Ik ben vooral blij dat de distributies vlot verlopen zijn zonder noemenswaardige incidenten. Eén keer is onze vrachtwagen met daarin 820 dekzeilen leeggeroofd, maar zelf heb ik me geen moment onveilig gevoeld in Haïti. Dit heeft volgens mij veel te maken met de manier waarop het Rode Kruis ter plekke te werk gaat: wij staan open voor de plaatselijke bevolking, wij hebben geen wapens bij die hen kunnen afschrikken. Het gaat over vertrouwen hebben in elkaar.
Na vier weken de getroffen gebieden moeten achterlaten, bezorgt mij een dubbel gevoel. Enerzijds ben ik blij dat ik opnieuw naar huis, naar mijn gezin kan om uit te rusten na een periode met heel weinig slaap. Maar anderzijds knaagt het natuurlijk wel dat er nog zoveel mensen zijn die nog niet geholpen werden. Haïti is en blijft één van de armste landen ter wereld en slaagt er moeilijk in om het hoofd boven water te houden. Het zijn dan ook de meest kwetsbaren die steeds dieper zakken en het steeds slechter hebben. Voor deze mensen blijft het absoluut nodig dat jij én ik blijven helpen."
Meer artikels van deze expert