Onpartijdig, neutraal en vrijwillig, en zonder geweer op de buik
Afgelopen week verscheen in de pers een citaat van de minister van landsverdediging, waarin hij te kennen gaf dat het leger geen ‘Rode Kruis met een geweer op de buik’ mocht worden. Dat is nogal logisch, maar het werd door velen, ook door Rode Kruisvrijwilligers, als verwarrend ervaren. Zelf ben ik al 43 jaar vrijwilliger en daarom wil ik graag reageren op het bewuste citaat.
Op 24 juni 1859 vochten het Franse en het Oostenrijkse leger nabij Solferino een bloederige slag uit. 1 dag die 5.600 doden, nog veel meer vermisten en 26.000 gewonden tot gevolg had. De Zwitser Jean-Henri Dunant was toevallig getuige en organiseerde, getroffen door al dat leed, de hulpverlening aan alle slachtoffers, ongeacht van welke partij ze waren.
Maar daar bleef het niet bij want naar aanleiding van deze Slag van Solferino stichtte hij in 1863 het Rode Kruis. Henri Dunant heeft waarschijnlijk zelf nooit durven denken dat 152 jaar later ‘zijn’ idealen en gedachten (‘tutti fratelli’; wij zijn allen broeders) meer dan ooit springlevend en relevant zouden zijn. Hij startte een beweging die voluit gaat voor de meeste kwetsbaren in onze samenleving. De werking ervan werd internationaal vastgelegd in de Conventies van Genève, die nog steeds regelmatig een update krijgen.
Er zijn 7 fundamentele beginselen die de rode draad doorheen onze werking vormen, maar dit zijn de beginselen die voor mij de belangrijkste motivator zijn om als vrijwilliger aan de slag te zijn én te blijven.
- Vooreerst vrijwilligheid: overal ter wereld kunnen de Nationale Verenigingen beroep doen op een groot aantal goed opgeleide vrijwilligers en eigen materiaal. Het Rode Kruis is niet alleen voorbereid, het is dus al ter plaatse. Dat is een groot voordeel. Dat de vrijwilligers deze humanitaire taak onbezoldigd op zich nemen, is hun signaal van solidariteit, en komt de haalbaarheid en snelheid van optreden ten goede. Deze vrijwilligers dragen, voor alle duidelijkheid, geen wapens en helpen iedereen, zonder onderscheid.
- Neutraliteit en onpartijdigheid: het Rode Kruis kiest geen partij en mengt zich niet in enige raciale, ideologische of religieuze discussie. We helpen wie ons nodig heeft, met de middelen die beschikbaar zijn. Door deze doorgedreven attitude willen we voor alle partijen aanvaardbaar zijn. En dàt is precies ons sterkste punt, ons ‘wapen’! Nog vorige week gingen binnen het ICRC stemmen op om gesprekken aan te knopen met IS, om ook hulp te kunnen verlenen op hun grondgebied, aan de meest noodlijdenden.
Als vrijwilliger ben ik al vele jaren geïntrigeerd door onze organisatie. Meer dan 150 jaar oud en nog nooit is de nood aan Rode Kruiswerk zo groot geweest. Grootschalige uitdagingen wereldwijd: natuurrampen, klimaatveranderingen, gewapende conflicten, vluchtelingenproblematiek. Het ICRC en het IFRC draaien overuren, en de vrijwilligers ook.
Ook Rode Kruis-Vlaanderen neemt haar taken op: internationale missies, opvang van vluchtelingen en dit naast alle andere taken, zoals vorming, internationale acties, bestaande asielcentra, hulpverlening, tracing, rampenparaatheid en sociale hulpverlening in alle facetten. De budgettaire ruimte is krap, en sommige toelagen worden zelfs door de overheid geschrapt, zoals voor rampenhulpverlening. Begrijpen wie begrijpen kan.
En toch blijven we werken, vrijwillig en onbezoldigd, en staan we achter - en tussen - de ‘tutti fratelli’ van Dunant. Het is voor ons, Rode Kruisvrijwilligers, belangrijk om te (laten) weten dat we er zijn, klaar om tussenbeide te komen. Weet dat ieder van ons, met de verhoogde terreurdreiging van de laatste maanden, zijn eigen ‘staat van paraatheid’ al op eigen initiatief heeft verhoogd. Ook wij zullen er zijn, maar laat dat geweer waar het is, wij hebben geen wapen nodig om ons doel te bereiken of missie te vervullen.
Meer artikels van deze expert