Rode Kruis heeft je hulp nu nodig
Hoe kan je helpen
Er bestaat wel degelijk een verband tussen vluchtelingen en het internationaal humanitair recht, maar toch is enige nuancering vereist gezien er verschillende rechtstakken relevant kunnen zijn in de bescherming van personen op de vlucht.
Vluchtelingenrecht en internationaal humanitair recht zijn twee verschillende rechtstakken binnen het internationaal recht. Net zoals mensenrechtenrecht een rechtstak is binnen het internationaal recht.
Beide rechtsdomeinen richten zich op kwetsbare personen en proberen met een juridisch kader bescherming te bieden in ongunstige omstandigheden. Ze richten zich niet op de oorzaken van de problemen maar op de gevolgen, en hebben een zuiver humanitair karakter.
Een eerste verschil vinden we in de bronnen die van toepassing zijn. Vluchtelingen worden in de eerste plaats beschermd door het vluchtelingenrecht en het mandaat van de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties. Het vluchtelingenrecht bestaat uit verschillende verdragen, waaronder het Vluchtelingenverdrag van 1951 en het Protocol van 1967. Dit verdrag werd aangenomen in Genève, waardoor het ook de Conventie van Genève van 1951 wordt genoemd.
Het internationaal humanitair recht is een geheel van internationale regels, ingesteld door een verdrag of een gewoonte, die bedoeld zijn om humanitaire gevolgen die rechtstreeks voortvloeien uit internationale of niet-internationale gewapende conflicten te beperken. Het internationaal humanitair recht wil diegenen beschermen die niet of niet meer deelnemen aan de vijandelijkheden. Het beschermt burgers en militairen hors de combat (buiten strijd), zoals gewonden, zieken, schipbreukelingen of krijgsgevangenen. Het legt regels vast die bindend zijn voor alle partijen bij een gewapend conflict, zowel statelijke als niet-statelijke actoren.
De belangrijkste verdragen van het internationaal humanitair recht zijn de vier Verdragen van Genève van 1949 en de Aanvullende Protocollen van 1977 en 2005.
Een tweede verschil situeert zich op het vlak van de terminologie. Mensen op de vlucht voor gewapende conflicten zijn niet noodzakelijk vluchtelingen in het kader van het vluchtelingenrecht.
De omstandigheden waarin de beschermingsmaatregelen gelden, zijn evenmin identiek. Internationaal humanitair recht biedt in de eerste plaats bescherming aan personen in de conflictzone, onder de controle van een van de partijen bij het gewapend conflict. Vluchtelingenrecht wordt van kracht wanneer mensen op hun vlucht een landsgrens overschrijden en de bescherming zoeken van een andere staat.
Internationaal humanitair recht richt zich op de gevolgen van het conflict, terwijl vluchtelingenrecht aandacht heeft voor bescherming tegen discriminatie en gedwongen terugkeer. Het biedt vluchtelingen ook garanties om een nieuw leven op te bouwen in een nieuw land. Gezien het grote aantal vluchtelingenstromen en het belangrijke aandeel van mensen op de vlucht voor gewapend geweld, kunnen de twee echter niet los van elkaar worden gezien.
Beide rechtsgebieden groeien steeds meer naar elkaar toe, en er is zeker sprake van wederzijdse beïnvloeding. Zo duiken er gelijkaardige principes op (zoals het non-refoulement principe) en zijn er onderlinge verwijzingen (zoals de weigering van het statuut van vluchteling aan iemand die zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden).
Vluchtelingen, in de juridische betekenis van het woord, zijn personen die:
Deze definitie is vastgelegd in artikel 1A van het Verdrag van de Verenigde Naties betreffende de status van vluchtelingen van 1951 (of de ‘Conventie van Genève van 1951’).
Op Europees niveau heeft men het statuut van subsidiaire bescherming ingevoerd. Een persoon op de vlucht kan in aanmerking komen voor dit statuut, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Er worden enkele gronden voor ernstige schade gedefinieerd:
Een persoon dient in hoofdorde bescherming te genieten in eigen land (door nationale wetgeving). Het is slechts wanneer dit niet kan en wanneer iemand op de vlucht slaagt voorbij de landsgrenzen dat het vluchtelingenrecht van toepassing kan zijn. Wanneer er geen beroep kan gedaan worden op het statuut van vluchteling, kan subsidiaire bescherming worden ingeroepen.
Door inbreuken te voorkomen en respect voor het internationaal humanitair recht te verzekeren, kan worden voorkomen dat mensen op de vlucht moeten slagen. De bescherming van burgers tegen de gevolgen van de vijandelijkheden door garanties inzake voedselvoorziening, medische verzorging en onderdak, en bescherming tegen de willekeur van de tegenpartij moeten het de bevolking mogelijk maken onder de oorlogsomstandigheden hun ‘normale’ leven zo goed mogelijk verder te zetten.
Er bestaat bovendien een verbod op gedwongen verplaatsing onder het internationaal humanitair recht. Het gaat dan over het daadwillig verplaatsen van een bevolkingsgroep door een of meerdere partijen bij het conflict. Een tijdelijke evacuatie van de bevolking mag slechts geschieden wanneer de veiligheid van de bevolking in het gedrang komt of om dwingende militaire redenen.
Onder het internationaal humanitair recht genieten vluchtelingen een speciale bescherming als vreemdeling op het grondgebied van een staat in oorlog. Zij mogen niet als vijandige vreemdelingen worden beschouwd louter op basis van hun nationaliteit. Ze genieten ook bescherming ten opzichte van de staat die ze ontvlucht zijn wanneer deze partij is bij het conflict. Daarmee wordt bevestigd dat vluchtelingen niet langer een band hebben met hun staat en niet automatisch als een potentiële bedreiging voor het gastland moeten worden gezien.
Meer artikels van deze expert