VN-resolutie over onderzoek naar schendingen van het internationaal recht in Syrië
Op 21 december 2016 nam de Verenigde Naties een resolutie aan om een internationaal, onpartijdig en onafhankelijk mechanisme in te stellen om onderzoek te doen naar ernstige schendingen van het internationaal recht, en in het bijzonder het internationaal humanitair recht, in Syrië sinds maart 2011. Het mechanisme zal ook helpen om de personen die verantwoordelijk zijn voor deze schendingen te kunnen vervolgen. Wat houdt deze resolutie in? Wat is het standpunt van het Rode Kruis?
Wat houdt deze resolutie in?
De resolutie van de Algemene Vergadering richt een mechanisme op dat onder de auspiciën van de VN zal opereren, en nauwe samenwerking met de Onafhankelijke Onderzoekscommissie voor Syrië. Het heeft als doel het verzamelen, bewaren en analyseren van bewijzen van schendingen van het internationaal humanitair recht en mensenrechten en voorbereiden van dossiers. Het doel hiervan is het faciliteren en versnellen van eerlijke en onafhankelijke strafprocedures, volgens de standaarden van het internationaal recht. Deze strafprocedures kunnen plaatsvinden in nationale, regionale of internationale rechtbanken of tribunalen, die jurisdictie hebben over deze misdaden, of in de toekomst zouden kunnen hebben, volgens het internationaal recht.
Standpunt van het Rode Kruis?
Het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ondersteunt alle inspanningen om een einde te maken aan straffeloosheid van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (IHR). Als hoeder van het IHR is en blijft het ICRC ervan overtuigd dat sterke en heldere verantwoordingsmechanismes in nationaal en internationaal recht een belangrijke rol spelen in het voorkomen van oorlogsmisdaden. Het verzamelen, bewaren en analyseren van informatie over schendingen zijn daarom belangrijke stappen.
Vertrouwelijke dialoog
Onderzoek en verantwoording is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van staten, maar als hoeder van het IHR moedigt het Rode Kruis desondanks dit proces aan. Toch zal het Rode Kruis niet betrokken zijn in de oprichting van dit mechanisme, en zullen ICRC medewerkers niet getuigen, zoals expliciet vermeld staat in regel 73 van de ‘Rules of Procedure and Evidence’ van het Internationaal Strafhof. Hierin wordt een uitzondering toegekend aan het ICRC om informatie niet te openbaren in strafzaken, dit heeft zowel betrekking op getuigenissen als documenten. Het Internationaal Straftribunaal voor ex-Joegoeslavië (ICTY) stelde in 1999 dezelfde regel vast als internationaal gewoonterecht in de zaak Simiç et al.
De reden voor de confidentialiteit van het werk van het ICRC is dat als een neutrale en onafhankelijke organisatie het ICRC een vertrouwelijke dialoog moet kunnen aangaan met alle partijen in een conflict. Dit betekent onder meer dat we informatie over schendingen van het IHR alleen op vertrouwelijke wijze delen met de verantwoordelijke partij, om schendingen aan te kaarten en te voorkomen dat schendingen (nogmaals) plaatsvinden.
Dat we geen uitspraken doen over een of de andere partij bij het gewapende conflict ligt in lijn met het principe van neutraliteit, een van de 7 fundamentele principes van de hele Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging.
Naleving en implementatie van het IHR
De naleving van het IHR is de verantwoordelijkheid van de staten die partij zijn bij de Verdragen van Genève van 1949. Volgens artikel 1 van de Verdragen van Genève moeten staten de regels 'eerbiedigen en doen eerbiedigen'.
Staten hebben de verplichting het internationaal humanitair recht in nationale wetgeving te implementeren. In gewapende conflicten gaat het Rode Kruis ook de dialoog aan met gewapende groepen, met als doel dat deze groepen de regels van IHR kennen en in de praktijk toepassen.
En in België?
Als helper van de overheid op humanitair vlak, nemen wij als nationale vereniging in België deze rol op door het ondersteunen van het de overheid in de verspreiding van informatie en kennis over het internationaal humanitair recht in België.
Wij nemen deze rol actief op door:
- kennis en informatie te verspreiden door middel van vormingen, briefings, sensibilisatiemomenten, publicaties
- bewustwording te creëren bij overheden en burgers over het belang van internationaal humanitair recht
- de verdere ontwikkeling en implementatie van internationaal humanitair recht te ondersteunen