De inzet van Rode Kruis-Vlaanderen: sprekende cijfers op een rij

Onze organisatie kan de stille kracht achter de bestrijding van het coronacrisis genoemd worden. We ondersteunen verschillende geledingen van de zorgsector in de strijd tegen het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt. Ook deze week zijn de cijfers indrukwekkend: 6.112 crisisvrijwilligers staan klaar om de woonzorgcentra te helpen met logistieke en verzorgende taken, 210 vrijwilligers bieden een luisterend oor aan Vlamingen die worstelen met het omgaan met deze crisis en meer dan 260 genezen coronapatiënten registreerden zich als kandidaat-plasmadonor. Hun plasma wordt gebruikt voor klinische studies die nagaan of het ingezet kan worden als medicijn voor zieke coronapatiënten. 

  • 210 vrijwilligers van Dringende Sociale Interventie geven telefonisch psychologische bijstand aan burgers die het emotioneel moeilijk hebben met deze gezondheidscrisis. De vrijwilligers ondersteunen de calltakers van het 0800-infonummer dat door de overheid opgezet werd. Sinds de start van hun inzet op 20 maart voerden ze samen al 621 gesprekken, goed voor meer dan 193 uren beltijd. Opmerkelijk: de gemiddelde beller is 72 jaar oud.

  • Sinds 13 maart zetten meer dan 400 hulpdienstvrijwilligers zich in als  ambulancier of zorgverlener. Ze vervoerden sinds het begin van de crisis meer dan 2.380 patiënten. Deze vrijwilligers bemannen 7 dagen op 7, 24 uur op 24 11 speciale COVID-ziekenwagens, op vraag van de FOD Volksgezondheid. Op die manier leveren we een belangrijke bijdrage in de ondersteuning van het 112-netwerk.

  • Sinds 19 maart registreerden zich 6.112 crisisvrijwilligers die vooral ingeschakeld worden voor de ondersteuning bij logistieke taken. 770 onder waren eerder al actief al Rode Kruisvrijwilliger. Ze zijn actief op 158 verschillende plaatsen, waarvan het merendeel woonzorgcentra (129). Nog eens 5.000 hulpdienstvrijwilligers worden op dit moment niet ingeschakeld, maar staan klaar om te helpen in geval van nood. Met het inschakelen van de crisisvrijwilligers speelt onze organisatie een belangrijke ondersteunende rol voor verschillende instellingen. Door logistieke taken uit handen te nemen van bijvoorbeeld het zorgpersoneel in ziekenhuizen en woonzorgcentra, kunnen zij zich focussen op het verzorgen van coronapatiënten.

  • We hechten veel belang aan wetenschappelijk onderzoek en levert dan ook graag haar bijdrage. Ten eerste maakt de organisatie mensen en middelen vrij in haar Centraal Donorlaboratorium waar normaal gezien alleen de bloestalen van donoren getest worden, om zelf ook tests op corona te gaan uitvoeren aan de hand van neus- en keelstalen. 4 onderzoekers van het Centraal Donorlaboratorium (CELA) engageerden zich om deze tests uit te voeren en dat doen ze samen met 4 laboranten van de KU Leuven (die op dit moment technisch werkloos zijn). Sinds de start van de testings werden al ongeveer 583 COVID-19 tests uitgevoerd. 

  • Sinds donderdag 2 april stellen we een groot aantal bloedstalen van donoren ter beschikking aan het Belgisch instituut voor gezondheid, Sciensano. Zij zullen de stalen testen op de aanwezigheid van antistoffen in het bloed. Zo kan de groepsimmuniteit tegen het coronavirus in kaart gebracht worden, net zoals het effectieve aantal besmettingen in Vlaanderen. De informatie die de resultaten van het onderzoek opleveren, kan leiden tot goede, betrouwbare modellen die de evolutie van de epidemie in kaart brengen. Deze kennis kan dan weer gebruikt worden om ons goed voor te bereiden tegen een, mogelijke, tweede coronagolf. Wekelijks ontvangt Sciensano stalen, ondertussen ontvingen ze er al 3.093.

  • Een andere bijdrage aan de wetenschap is het plasma van genezen mannelijke coronapatiënten dat ingezameld wordt. Op 7 april deed onze organisatie hiervoor een oproep. Ondertussen registreerden zich 260 kandidaat plasmadonoren. Bedoeling is dat onderzocht wordt of het plasma (en de antistoffen tegen het coronavirus die daarin aanwezig zijn) van deze genezen patiënten gebruikt kan worden voor het genezingsproces van patiënten die op dit moment nog ziek zijn. Er wordt ook onderzocht of preventief toegediend kan worden aan bijvoorbeeld zorgverleners of risicogroepen zodat zij tijdelijk immuun worden tegen het virus.