De Rode Kruissticker, een traditie!
Jaarlijkse traditie
Heb je jezelf ooit afgevraagd waarom onze vrijwilligers uitgerekend stickers verkopen om fondsen te werven? Zouden pleisters of andere kleine eerstehulpartikelen niet logischer zijn? Er zit een verhaal achter…
In de jaren vijftig wordt het weggennet in België sterk uitgebouwd met steeds meer snelwegen. En in die tijd, toen er nog geen officieel rijbewijs bestond, liep dat niet altijd goed af. Het aantal ongevallen steeg en het Rode Kruis plaatste dan ook hulpposten langs de weg.
Om die extra kost te financieren, beginnen de vrijwilligers eerst wimpels te verkopen die de autobestuurders aan de antenne van hun wagen kunnen hangen. Vanaf 1961 worden dat stickers. Enfin, eerst heetten ze nog “vignetten”. Dit verklaart dus niet alleen waarom we stickers verkopen, maar ook hoe de traditie is ontstaan om dat te doen op kruispunten.
Pas in de jaren '80 ontstaat de gewoonte om stripfiguren de voorkant van de sticker te laten sieren. De spits werd in 1983 afgebeten door de Smurfen. Het is een traditie die nog steeds voortleeft.
Maar waarom zou je in godsnaam een sticker van het Rode Kruis kopen?
Goeie vraag!
Wist je dat de opbrengst ervan integraal naar jouw lokale Rode Kruisafdeling gaat? Vooraan op de sticker kan je lezen waarvoor ze het geld in jouw buurt gebruiken: bijvoorbeeld voor de aankoop van een nieuwe ambulance of materiaal voor de interventiedienst, voor de opleiding van vrijwilligers, ...
Per sticker betaal je vijf euro. Door een sticker te kopen investeer je in je omgeving. Je helpt heel veel mensen uit je buurt. Jezelf inbegrepen. Want wie weet, heb je op een dag zelf hulp nodig.