De treinramp van Buizingen door de ogen van hulpverleners

15 februari 2010. In Buizingen komen twee treinen met elkaar in botsing ... de impact van de treinramp is groot. De hulpdiensten werden ingeschakeld en vrijwilligers stonden klaar om te helpen. Tien jaar later herbeleven we de tragische dag door de ogen van twee hulpverleners.

Geert Bots (42) uit Lommel werkt voor Dringende Sociale Interventie (DSI) en als directeur van de de gemeenschapszetel van de Vlaamse Overheid voor bijzondere jeugdzorg en werd die dag opgeroepen. “Ik kwam net toe op het werk om half negen in de ochtend, toen mijn telefoon rinkelde. Het was de 105-noodcentrale, dus ik wist meteen dat er iets vreselijks aan de hand was.”

Toen ik hoorde dat het om een groot treinincident ging, stapte ik meteen in mijn auto en reed richting de plaats van de ramp. Het was een koude dag en het had net gesneeuwd, waardoor ik wat gestresseerd was, aangezien het zeker een uur rijden was. Gelukkig houdt de adrenaline je in beweging zodat dat je niet te veel kan nadenken.

Geert Bots

Vrijwilliger DSI

Ook Myriam (54), de adjunct-provincieverantwoordelijke van de hulpdienst Vlaams-Brabant, kreeg een telefoontje. Het was haar verantwoordelijke van het Rode Kruis aan de lijn. “Hij vertelde me dat het ernstig was en hij vroeg of ik meteen kon gaan helpen. Ik stond klaar om naar mijn werk te gaan, maar het ongeval gooide mijn dagplanning volledig om. Ik trok mijn Rode Kruiskleren aan en reed richting Buizingen. Gelukkig woon ik er niet ver af en was ik er snel.”

Snelle actie

Toen Geert aankwam op de plaats van de ramp, schrok hij van de wirwar van mensen. “Het was enorm chaotisch. Voor mij was dit de eerste grote interventie binnen DSI.” Hij schoot meteen in actie: informatiecentra oprichten, de volledige rampenwerking starten en vrijwilligers begeleiden. “Het was belangrijk om de telefoonlijnen zo snel mogelijk te openen, zo konden de betrokkenen hun vragen kwijt en kregen ze toegang tot correcte informatie”, gaat hij verder.  "Daarnaast maakten we lijsten op met namen van passagiers en slachtoffers waarvan we wisten waar ze waren. Sommige mensen moesten lang wachten op nieuws over de slachtoffers. Hoe langer ze moesten wachten,  hoe groter de kans werd op slecht nieuws. Het is dan ook geen gemakkelijke taak om dit soort nieuws over te brengen, maar we willen altijd eerlijk zijn en enkel gecontroleerde informatie geven. “Valse hoop geven maakt het enkel erger.”

Op zoek naar structuur

Myriam kwam aan bij het eerste afspreekpunt “Start 65”, de plek waar de lichtgewonden naartoe werden gebracht. “Ik had nog nooit eerder geholpen bij een ongeval met zo’n grote impact. Het is belangrijk dat je kan terugvallen op een goede structuur tussen alle emoties en chaos. Je draait een knop om en neemt je rol in de hulpverlening op. Dat is wat van jou verwacht wordt, dus doe je dat.” Daarna schoof ze door naar de eerste opvang dicht bij de gebotste treinen.

Mijn taak bestond uit het coördineren van de hulpverleners en het opvolgen van de werking achter de schermen.  Maar natuurlijk ging ik ook in gesprek met mensen die er nood aan hadden of met vragen zaten.

Myriam Vaeyens

Hulpverlener

Het verwerkingsproces

Geert had een interventie zoals deze nog nooit meegemaakt. “Het was vreselijk om te zien. Die eerste confrontatie met het rampterrein staat nog steeds in mijn geheugen gegrift. Het feit dat het een trein was, iets wat mensen dagelijks nemen, was choquerend.” Nadat de interventie afgelopen was, moest hij de gebeurtenissen gelukkig niet in zijn eentje verwerken. Tijdens interventies zoals deze worden vaak aflossingen en praatmomenten ingelast. “Je moet afstand kunnen nemen van de zaak en samen kunnen ventileren”, zegt Geert. “Rampen op deze schaal zijn zwaar voor iedereen. Eigenlijk besef je pas achteraf de ware impact van zo’n ramp, omdat je dan pas afstand kan nemen. Ervoor zit je er met je neus bovenop.”

10 jaar later

“De herdenking na tien jaar is een belangrijk moment voor de slachtoffers en betrokkenen. Zo krijgen zij het gevoel van erkenning en dat is voor hen erg betekenisvol”, vertelt Geert. “Nu, we mogen niet vergeten dat voor mensen die bij de volledige interventie betrokken waren, het nog jaren duurde voor ze dit konden afronden. Of het nu vijf jaar of tien jaar geleden is, het is goed dat we erbij stilstaan. Het was tenslotte één van de grootste treinrampen van België.”

Myriam beaamt dat. ”Zeker voor de slachtoffers en hulpverleners is een herdenking van belang.” Als coördinator van de hulpverlening stond ze natuurlijk ontzettend dicht bij de slachtoffer en andere hulpverleners. De ramp wekt dan ook nog steeds emoties bij haar op wanneer ze eraan terugdenkt. “Je ziet het aantal mensen dat de herdenkingen bijwoont per jaar afnemen, maar daardoor ken je natuurlijk nog beter de mensen voor wie je het doet. We hebben die dag met z’n allen meegemaakt, zoiets vergeet je niet snel. Of je nu een slachtoffer of hulpverlener was.”