Een trieste verjaardag: 10 jaar conflict in Syrië

Een decennium van geweld laat diepe sporen na in Syrië. Tien jaar na de start van het conflict ligt het land in puin en wordt de bevolking geconfronteerd met een veelheid aan humanitaire crises: ze leven tussen aanhoudend geweld, met daar bovenop een economische crisis en de COVID-19-pandemie. Bovendien is de infrastructuur in het hele land verwoest en zijn mensen niet in staat om in hun basisnoden te voorzien vanwege een ernstig tekort aan onder meer voedsel, water, brandstof en medicijnen. 

Humanitair dieptepunt

Op een inwoneraantal van ongeveer 18 miljoen mensen hebben vandaag 13,4 miljoen Syriërs – bijna drie kwart van de bevolking - nood aan humanitaire hulp. “Dat is twintig procent meer dan twaalf maanden geleden. Syrië is momenteel de grootste en meest complexe operatie van het Internationale Rode Kruiscomité in de wereld,” aldus Peter Maurer, voorzitter van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC).

De prijs van levensmiddelen is in het afgelopen jaar meer dan verdubbeld en een voedselcrisis lijkt onvermijdelijk. Ongeveer 12,4 miljoen mensen kan niet genoeg voedzaam eten kopen. Naar schatting leeft meer dan 90 procent van de bevolking onder de armoedegrens en meer dan de helft bevindt zich in extreme armoede. Zo’n 5,6 miljoen Syriërs hebben hun toevlucht gezocht in buurlanden. Meer dan 6 miljoen personen zijn intern ontheemd, velen onder hen moesten meermaals vluchten. 

Bovenop de al immense humanitaire behoeften in Syrië, dreigt het gevaar van de COVID-19-pandemie, zo stelt Francesco Rocca, voorzitter van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (IFRC): “Voor de meeste Syriërs is zich zorgen maken over het virus een luxe die ze zich niet kunnen veroorloven. Ze hebben niet de middelen om zichzelf te beschermen. Ze kunnen zich niet thuis afzonderen, anders zou er geen eten op tafel komen. En zelfs als ze besmet raken door het virus, is het gezondheidssysteem zo zwaar gehavend dat de toegang tot medische behandeling en zorg beperkt is.”

Inzet van het Rode Halve Maan en Rode Kruis

Sinds de begindagen van het conflict staat de Syrische Rode Halve Maan aan de frontlinie van de humanitaire respons. Met steun van de gehele Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging levert de nationale vereniging meer dan 60% van de humanitaire hulp in heel Syrië. De vrijwilligers riskeren daarbij hun eigen leven en gezondheid: al 73 hulpverleners kwamen om tijdens hun werk in Syrië, terwijl ze zich inzetten om anderen te helpen.

Internationaal humanitair recht

Het Rode Kruis roept op tot respect voor het internationaal humanitair recht (IHR): “We vragen dat alle partijen bij het conflict het internationaal humanitair recht respecteren en ervoor zorgen dat de rechtsregels in hun operaties wordt nageleefd,” verklaart Peter Maurer (ICRC).

  • Indien de conflictpartijen niet zelf voor deze basisbehoeften (voedsel, kledij, medicijnen, …) van de bevolking kunnen instaan, moeten ze het mogelijk maken voor onpartijdige humanitaire organisaties, zoals het Rode Kruis, om hulp te bieden.
  • Burgers en burgerobjecten zijn beschermd onder het internationaal humanitair recht, ze mogen niet het voorwerp van de aanval zijn. Niet onderscheidende aanvallen zijn verboden.
  • Burgers genieten daarnaast ook bescherming tegen de gevolgen van de vijandelijkheden, evenals tegen willekeur en onmenselijke behandeling wanneer ze onder de controle van de tegenpartij vallen, zoals bij gevangenneming. Daarnaast beschermt het IHR de burgerbevolking tegen foltering en collectieve straffen, uithongering als oorlogsmethode en de vernietiging van voor haar overleving onmisbare goederen.
  • Ze hebben ook het recht om te weten wat er met hun geliefden is gebeurd. 

Humanitaire toegang, de bescherming van de burgerbevolking en de menselijke behandeling van gevangenen vallen niet onder de categorie ‘nice to have’, maar vormen zowel een morele als juridische verplichting.

Peter Maurer

Voorzitter Internationale Rode Kruiscomité (ICRC)

Toekomstperspectief?

Tien jaar sinds de start van de Syrische crisis zijn de humanitaire behoeften buitengewoon. Meer dan ooit heeft de Syrische bevolking nood aan internationale solidariteit en steun. Helaas lijkt vandaag de internationale aandacht voor het conflict te verminderen, ondanks het feit dat de humanitaire situatie verslechtert. 

Het conflict mag nochtans niet in de vergetelheid geraken. “De bevolking van Syrië kan niet nog een jaar zo doorstaan, laat staan ​​nog eens tien. De internationale gemeenschap mag zich niet afwenden van Syrië. De bevolking heeft nood aan een politieke oplossing, financiële steun en een toekomst voor iedereen die zoveel verloren heeft,” aldus Maurer.