Transgender personen als bloeddonor
Transgender zijn is geen reden om uitgesloten te worden als donor. Wie een hormonale behandeling ondergaat, moet wel drie maanden wachten na de opstart ervan om bloed, plasma of plaatjes te mogen geven. Daarnaast gelden de uitstelperiodes die voor elke donor gelden: een tijdelijk uitstel van 2 weken tot 4 maanden voor een heelkundige ingreep, en een uitstel van 4 tot 12 maanden, afhankelijk van het risico op hiv en andere soa’s bij seksueel contact.
Hormonale behandeling: drie maanden uitstel na opstart
We vragen aan transgender personen die een hormonale behandeling volgen in kader van een medische transitie om drie maanden te wachten met doneren nadat deze behandeling van start ging. Een hormonale behandeling kan immers invloed hebben op bloedwaarden zoals hemoglobine. Na een periode van 3 maanden zijn we zeker dat de bloedwaarden, en dan vooral het hemoglobinegehalte, aangepast zijn naar de waarden van het beoogde geslacht. Hemoglobinewaarden zijn belangrijk om bloedarmoede bij donoren te voorkomen. Voor andere transgender personen (bv. personen die al langer of helemaal niet onder hormonale therapie staan) is er geen uitstel nodig.
Operaties of seksueel risicogedrag: iedereen gelijk voor de wet
Voor iedereen die een heelkundige ingreep ondergaat, zijn de uitstelperiodes dezelfde: afhankelijk van de ingreep, geldt een uitstel van 2 weken tot 4 maanden. De ingrepen die sommige transgender personen ondergaan in het kader van een medische transitie vormen hierop geen uitzondering.
Hetzelfde geldt voor het risico op bloedoverdraagbare aandoeningen door seksueel contact: net zoals andere donoren, zal ook voor transgender personen een uitstel gelden van minimum 4 maanden na seksueel contact met een nieuwe partner. Bij seksueel contact met iemand die een hogere kans heeft op hiv en andere seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals swingers maar ook mannen die seks hebben met mannen, geldt volgens de Belgische wetgeving een uitstel van 1 jaar na het laatste risicocontact. Deze regel geldt voor alle donoren, en volgen we ook voor transgender personen.
Veiligheid voor de donor én de patiënt
Sinds we ons bloedbankinformaticastsysteem hebben kunnen aanpassen, kunnen transgender personen bloed, plasma of plaatjes geven op een manier die veilig is voor henzelf én voor de patiënt die hun bloedproduct ontvangt. Voor de donor zelf zijn o.a. het hemoglobinegehalte (om de donor te beschermen tegen bloedarmoede) en het veilig donatievolume als percentage van het totaal bloedvolume van belang. De criteria daarvoor liggen wettelijk vast en verschillen voor mannen en vrouwen. Voor de patiënt die het bloedproduct krijgt, is er een risico op transfusiereacties die geslachtsgebonden zijn. Het blijft daarom belangrijk dat we het (oorspronkelijke) geboortegeslacht van de donor en een eventuele wijziging daarvan kennen. Vandaar vragen we donoren in de medische vragenlijst: ‘Komt uw huidige geslacht overeen met uw geslacht geregistreerd bij geboorte?’. Uiteraard wordt die info (net als alle andere antwoorden op de medische vragenlijst en de info besproken met de arts) vertrouwelijk behandeld.
Gekende donor? Opgelet!
Als je doneert, word je geregistreerd aan de hand van je eID. Bij een verandering van de wettelijke geslachtsregistratie wijzigt ook je rijksregisternummer, waardoor een nieuwe donoridentiteit gecreëerd wordt op het moment dat deze nieuwe eID wordt ingelezen. Voor de veiligheid van de bloedketen is het cruciaal dat we alle bloedproducten die een donor ooit gaf en de historische laboresultaten van diezelfde donor kunnen blijven traceren.
De procedure om donoridentiteiten samen te voegen en zeker te zijn dat het over dezelfde persoon gaat, moet daarom sluitend zijn. Daarom vraagt Rode Kruis-Vlaanderen gekende donoren om na een verandering van wettelijke geslachtsregistratie bij hun volgende donatie een afschrift uit het bevolkingsregister voor te leggen, waarop het oude en nieuwe rijksregisternummer worden vermeld. Dit kan worden opgemaakt en afgeleverd door de ambtenaren van de burgerlijke stand van de huidige woonplaats. Op die manier kunnen we de traceerbaarheid van de donor én de veiligheid van het afgenomen bloed blijven garanderen. Zo’n afschrift is dus enkel nodig als je ooit al bloed, plasma of plaatjes gaf bij Rode Kruis-Vlaanderen.