Chemische en biologisch wapens
Het gebruik van biologische en chemische wapens is verboden krachtens bepaalde regels van internationaal humanitair gewoonterecht dat alle staten en partijen bij een conflict automatisch bindt.
Verbod opgenomen in het verdragsrecht
Deze internationale norm is gebaseerd op een oud taboe op het gebruik van ‘plaag en vergif’ in oorlogen en is sedertdien doorgegeven aan volgende generaties in verscheidene culturen. In de 20e eeuw werd het verbod op deze wapens opgenomen in het verdragsrecht door het Protocol van Genève (1925) en vervolgens door de Biologische Wapenconventie (1972) en de Chemische Wapenconventie (1993). Een grote meerderheid van staten is partij bij deze drie verdragen.
Absoluut verbod
Het verbod betreft niet enkel het gebruik van biologische en chemische wapens, maar ook:
- de ontwikkeling
- de productie
- het in voorraad hebben
Een interessant weetje bij dit verbod op biologische en chemische wapens, is dat het hier een absoluut verbod betreft in tijden van een gewapend conflict, ongeacht of de werking dodelijk of niet-dodelijk is. Zelfs het gebruik van traangas, iets wat in normale omstandigheden is toegestaan voor binnenlands gebruik om een opstand te onderdrukken, is verboden in een situatie van gewapend conflict.
Initiatieven van het Rode Kruis
De Rode Kruisbeweging heeft in de loop van de jaren meermaals haar ongenoegen en bezorgdheid geuit over de ontwikkeling van nucleaire, biologische en chemische wapens door verschillende resoluties aan te nemen tijdens de internationale conferenties van de Rode Kruis- en de Rode Halve Maanbeweging. De resoluties vragen staten om consequent preventieve actie te ondernemen om de bedreiging te bestrijden die deze nucleaire, biologische en chemische wapens vormen voor de burgerbevolking en de mensheid in het algemeen.
Relevante bepalingen
ICC statuut Art 8(2) (b) (xvii); AP I; ICTY Statuut art. 3 (a); 1925
Genève Protocol, synthesis; HR IV art. 23 (a).