Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië
Het Joegoslavië-Tribunaal werd al opgericht in 1993, op een moment dat het conflict in de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië nog in alle hevigheid woedde. Dat is helemaal anders dan bij de Internationale Militaire Tribunalen van Nürnberg en Tokio. Die werden pas opgericht na de nederlaag en overgave aan de asmogendheden uit de Tweede Wereldoorlog.
Gedurfd precedent
De oprichting van een Internationaal Tribunaal door de VN-Veiligheidsraad was een precedent voor de internationale rechtspraak, met alle juridische risico’s van dien. De legitimiteit van de oprichting van het Tribunaal werd al snel het onderwerp van discussie en tijdens de eerste rechtszaak die het Tribunaal onderzocht, werd deze legitimiteit bovendien openlijk betwist. Er werd gesteld dat het VN-Handvest de VN-Veiligheidsraad niet de bevoegdheid had gegeven om een juridisch tribunaal op te richten om bedreigingen tegen de internationale vrede en veiligheid aan te pakken.
Duidelijk mandaat
De kritiek werd in het voordeel van de VN-Veiligheidsraad van de hand gewezen. Hoofdstuk VII van het VN-Handvest en artikel 41 in het bijzonder, dragen de Veiligheidsraad op om bedreigingen tegen de vrede en veiligheid te bestrijden via verscheidene (maar niet onbeperkte) maatregelen. De oprichting van een tribunaal door de VN-Veiligheidsraad volgens hoofdstuk VII van het handvest moet begrepen worden in het licht van:
- de eerdere vaststellingen van de leden van de VN-Veiligheidsraad dat de oorlogsmisdaden in het voormalige Joegoslavië een ware bedreiging vormden voor de internationale vrede en veiligheid
- het concept van individuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid dat gezien werd als een middel van het internationaal recht om het begaan van wandaden af te schrikken en dat herhalingen van oorlogsmisdaden kan voorkomen.
Het Tribunaal kreeg het mandaat om personen te berechten die verantwoordelijk waren voor ernstige inbreuken op het internationaal humanitair recht sinds 1991 op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië. Deze rechtsgang was nodig om de schendingen een halt toe te roepen en tegelijkertijd daders effectief aan te pakken. Overeenkomstig artikel 1 van het Statuut heeft het Tribunaal jurisdictie in enkele categorieën van ‘ernstige misdaden van het IHR’:
- ernstige schendingen van de Verdragen van Genève (artikel 3)
- genocide (artikel 4)
- misdaden tegen de mensheid (artikel 5)
Resultaten
Het Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië heeft tot dusver (april 2015) 161 personen aangeklaagd voor ernstige schendingen van het IHR. In de 147 beëindigde strafrechtelijke procedures zijn 80 personen schuldig bevonden.
Verwante informatie
UN International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia