Kindsoldaten

Kinderen die blootgesteld worden aan oorlog, ingesloten worden door het conflict, of waarvan families uit elkaar getrokken worden, worden gemakkelijk in conflicten meegesleurd.

Gemakkelijke slachtoffers

Vaak moeten zij onder dwang van gewapende groeperingen misdaden plegen of zijn zij getuige van gruwelen, dikwijls zelfs tegenover leden van hun eigen familie. Hun kindertijd wordt beëindigd door deze ingrijpende gebeurtenissen en de psychische letsels helen nooit volledig. Kinderen zijn vatbaar voor autoriteit en geneigd bevelen te volgen, hoe waanzinnig deze ook mogen zijn. Ze doorkruisen gebieden op missie met dodelijke wapens en onder invloed van verdovende middelen zoals drank en drugs die hun angsten wegnemen. De afhankelijkheid van de groep en de angst voor een slechte afloop indien ze zouden vluchten, maakt dat ze vaak niet meer uit de spiraal van het geweld komen.

Rekrutering voor diverse doelen

De gedwongen rekrutering van kinderen door een gewapende groepering is een manier om de burgerbevolking te terroriseren. Men is er zich zeer goed van bewust dat kinderen gemakkelijk manipuleerbaar zijn, gevaren niet schuwen en dat zij nog veranderende noties over het goede en het kwade hebben. Kinderen kunnen door gewapende groeperingen ingezet worden als strijders (door een rechtstreekse deelname aan vijandelijkheden), of kunnen fungeren als spion, boodschapper, seksslaaf enz.

Deelname aan de vijandelijkheden

De deelname aan de vijandelijkheden door kinderen wordt in verschillende instrumenten aangehaald. Zo bepalen de aanvullende Protocollen van 1977 dat staten de verplichting hebben om alle mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat kinderen jonger dan 15 jaar rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden. Deze leeftijdsgrens vinden we ook in het Verdrag van 1989 inzake de rechten van het kind. Het Facultatief Protocol van 25 mei 2000 bij dit Verdrag trekt de leeftijdsgrens op naar 18 jaar.

De Aanvullende Protocollen van 1977 verbieden ook uitdrukkelijk om kinderen in dienst te nemen voordat ze de leeftijd van 15 jaar hebben bereikt.

Ondanks de bovenvermelde voorschriften worden kinderen die rechtstreeks deelnemen aan een internationaal gewapend conflict erkend als strijders en hebben zij recht op de status van krijgsgevangene.

Verder bepalen de Aanvullende Protocollen dat strijdende kinderen jonger dan 15 jaar recht hebben op een bevoorrechte behandeling in de mate dat zij blijven genieten van de bijzondere bescherming die het IHR aan kinderen verleent.

Bestraffing

Het statuut van het Internationaal Strafhof (ICC) stelt dat het onder de wapenen roepen of het in militaire dienst nemen van kinderen beneden de leeftijd van 15 jaar bij de nationale strijdkrachten of hen gebruiken voor actieve deelname aan vijandelijkheden een oorlogsmisdaad is waarvoor het Strafhof bevoegd kan zijn.

Relevante bepalingen

AP I art.77; AP II art.4