Eerste hulp bij reanimeren (Bewusteloosheid met normale ademhaling: Eerste Hulp bij bewusteloosheid)

Wat stel je vast? 

  • Het slachtoffer is bewusteloos maar ademt normaal.

Dit doe je!

1

STAP 1: Zorg voor veiligheid

  • Zorg dat de situatie veilig is.
2

STAP 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer

  • Schud voorzichtig aan beide schouders en vraag luid: “Gaat het?”
  • Open de luchtweg door het hoofd achterover te kantelen en de kin op te tillen.
  • Controleer de ademhaling. Kijk of de borstkas op en neer gaat, luister aan de mond en de neus naar ademhalingsgeluiden en voel met je wang of er luchtstroom is.
3

STAP 3: Raadpleeg gespecialiseerde hulp

  • Roep luid om hulp of duid iemand aan en vraag om je te helpen.
  • Laat een omstander de Noodcentrale 112 alarmeren en vraag hem om je nadien op de hoogte brengen. Doe dit zelf als je alleen bent.
4

STAP 4: Verleen verdere eerste hulp

  • Leg het slachtoffer in stabiele zijligging, tenzij je een wervelletsel vermoedt. Als je vermoedt dat het slachtoffer een wervelletsel heeft, laat hem dan liggen, op voorwaarde dat hij spontaan ademt.
  • Controleer elke minuut opnieuw of de ademhaling normaal blijft.
5

Stabiele zijligging

1.      Verwijder de bril van het slachtoffer (indien nodig).

2.      Zorg ervoor dat de beide benen van het slachtoffer gestrekt zijn. Kniel naast het slachtoffer, ter hoogte van de borstkas.

3.      Leg de arm van het slachtoffer die het dichtst bij jou ligt, in een rechte hoek met de handpalm naar boven.

4.      Neem de verste arm vast bij de hand en breng deze over de borstkas. Druk de handrug tegen de wang van het slachtoffer aan jouw kant. Blijf die hand zo vasthouden (jouw handpalm tegen de handpalm van het slachtoffer, zoals een ‘high five’).

5.      Neem met je andere hand het verste been net boven de knie vast aan de buitenkant. Trek het been op, maar laat de voet op de grond staan.

6.      Trek het slachtoffer naar je toe. Blijf ondertussen de handrug tegen de wang drukken.

7.      Trek de knie van het bovenste been naar je toe, zodat de heup en de knie een rechte hoek vormen.

8.      Kantel het hoofd voorzichtig achterover. Zorg ervoor dat de mond naar de grond is gericht. Verschuif eventueel de hand onder de wang als dat nodig is om het hoofd gekanteld te houden.