Blaren: Eerste hulp bij blaren

Blaren kunnen ontstaan door wrijving. Ze bevinden zich meestal op handen of voeten en kunnen hinderlijk zijn. Een blaar is een vochtzakje in of onder de opperhuid, dat meestal met helder vocht is gevuld. De kans bestaat dat ze spontaan scheurt; een blaar op de hiel kan bijvoorbeeld scheuren door wrijving in een schoen. Laat blaren liefst intact, om infectie te vermijden. 

Wat stel je vast?

  • Er zit een (opengescheurde) blaar op de hand of voet.

Dit doe je!

1

STAP 1: Zorg voor veiligheid

  • Was of ontsmet je handen en trek wegwerphandschoenen aan.
2

STAP 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer

  • Ga na wat er mis is.
3

STAP 3: Raadpleeg gespecialiseerde hulp

  • Raadpleeg gespecialiseerde hulp als:

- er tekenen van infectie optreden;

- het slachtoffer lijdt aan diabetes of een verminderde weerstand heeft.

4

STAP 4: Verleen verdere eerste hulp

  • Is de blaar niet hinderlijk? Laat ze intact, zo vermijd je dat de blaar infecteert.
  • Is de blaar hinderlijk of bestaat de kans dat de blaar spontaan scheurt? Verleen dan verdere eerste hulp:

- Is de blaar open? Verzorg de wonde zoals een huidwonde. Ontsmet een schaar en pincet om losse velletjes kort bij de intacte huid af te knippen.

 - Is de blaar niet open? Doorprik ze.

  • Je kan de blaar afdekken met een tweedehuidverband.
  • Trek je wegwerphandschoenen uit en was of ontsmet je handen nadat je eerste hulp verleend hebt.  

Een blaar verzorgen die moet worden opengeprikt

Is er kraantjeswater of ander drinkbaar water beschikbaar?

JA, er is water beschikbaar. NEE, er is geen of te weinig water beschikbaar.
1.      Reinig de blaar en de omgeving ervan met lauw, stromend water. Richt de waterstraal rechtstreeks op de blaar. Reinig de wonde grondig. 1.      Reinig de blaar en de omgeving ervan met een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel. Spuit het op de blaar en op een kompres; dep ermee op de wonde.


2.      Houd de steriele naald evenwijdig met de huid en prik enkele malen aan de basis van de blaar.

3.      Verwijder de naald op een veilige manier.

4.      Druk met een steriel kompres het vocht uit de blaar.

5.      Reinig de blaar en de wondomgeving met stromend water, of ontsmet ze met een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel.

6.      Dep de omgeving van de wonde droog, bijvoorbeeld met een zuivere handdoek, maar raak de wonde niet aan.

7.      Bedek de blaar, bijvoorbeeld met een wondpleister, een steriel kompres of een tweedehuidverband.