Eerste hulp bij breuken

Als een bot volledig of gedeeltelijk breekt, spreken we van een botbreuk of kortweg een breuk.

Wanneer er geen wonde te zien is op de plaats van de breuk, spreken we van een gesloten breuk. Als het lidmaat een wonde vertoont, gaat het om een open breuk. Er is bloed te zien. Het gebroken bot kan zichtbaar zijn, maar dit is niet noodzakelijk om van een open botbreuk te spreken.

Als een bot volledig of gedeeltelijk breekt, spreken we van een botbreuk (of een fractuur of een breuk). Een breuk kan veroorzaakt worden door een hevige kracht die inwerkt ter hoogte van een bot, een langdurige overbelasting van een bot of een botaandoening.

Een botbreuk kan zowel open als gesloten zijn:

  •    Bij een open botbreuk zie je een wonde ter hoogte van de botbreuk.
  •    Bij een gesloten botbreuk is er geen wonde te zien op de plaats van de botbreuk.

Wat stel je vast?

  • Het betrokken ledemaat doet pijn.
  • Het slachtoffer kan het betrokken gewricht of ledemaat niet meer normaal gebruiken.
  • Op de plaats van de breuk kunnen er zwelling en blauwverkleuring optreden.
  • Het betrokken gewricht of ledemaat kan een abnormale stand vertonen.
  • Als het om een open breuk gaat, is er ook een wonde met bloedverlies. Soms kunnen er botfragmenten zichtbaar zijn.

Dit doe je!

1

STAP 1: Zorg voor veiligheid

  • Adviseer het slachtoffer om het getroffen ledemaat zo weinig mogelijk te bewegen:

- Vraag hem om zelf het bovenste ledemaat stil tegen de borst te houden.

- Laat hem niet op het pijnlijke onderste ledemaat steunen.

  • Trek wegwerphandschoenen aan als het gaat om een open botbreuk.
  • Beweeg het ledemaat zo weinig mogelijk bij de hulpverlening. Zet een gewricht of ledemaat in een abnormale stand nooit opnieuw recht.
2

STAP 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer

  • Ga na wat er mis is:

- Kijk naar het ledemaat en vergelijk het met de andere zijde, maar controleer zelf de beweeglijkheid van het gewricht niet. 

3

STAP 3: Raadpleeg gespecialiseerde hulp

  • Raadpleeg gespecialiseerde hulp als:

- de zwelling zeer uitgesproken is; 

- het ledemaat een abnormale stand vertoont;  

- het ledemaat abnormaal (on)beweeglijk is;  

- het slachtoffer gevoelsstoornissen heeft;  

- het slachtoffer tekenen van het compartimentsyndroom vertoont zoals;

* plotse pijn in de spieren na een letsel of een hevige inspanning;

* gevoelsstoornissen (zoals tintelingen, speldenprikken of een ‘slapend’ ledemaat) hebben ter hoogte van het betrokken ledemaat; 

* spieren voelen hard aan en verliezen hun kracht; 

* het ledemaat verbleekt;

- het slachtoffer zichzelf nog kan verplaatsen. Dat slachtoffer kan je als eerstehulpverlener eventueel zelf naar de huisarts of naar het ziekenhuis brengen. 

  • Alarmeer de Noodcentrale 112:

- als het slachtoffer zichzelf niet kan verplaatsen. De hulpverleners beschikken over speciaal materiaal waarmee ze een slachtoffer met een botbreuk kunnen vervoeren; 

- bij twijfel. 

4

STAP 4: Verleen verdere eerste hulp

Gaat het om een open botbreuk? 

JA, open botbreuk Nee, gesloten botbreuk
  • Stelp de bloeding door voorzichtig rechtstreeks op de wonde te drukken. Beweeg daarbij het ledemaat niet.
  • Bij een botbreuk van de bovenste ledematen verwijder je zo nodig de ringen en andere juwelen.
  • Laat het slachtoffer zelf een houding aannemen die voor hem comfortabel is. Als het slachtoffer dit verdraagt, kan hoogstand van het ledemaat zwelling beperken. 
  • Dek een open botbreuk af met een steriel kompres dat je vooraf vochtig maakte (met water of met een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel).
  • Leg geen ijs op de open botbreuk.
  • Trek je wegwerphandschoenen uit en was of ontsmet je handen nadat je eerste hulp verleend hebt.
  • Bij een botbreuk van de bovenste ledematen verwijder je zo nodig de ringen en andere juwelen. 
  • Laat het slachtoffer zelf een houding aannemen die voor hem comfortabel is. Als het slachtoffer dit verdraagt, kan hoogstand van het ledemaat zwelling beperken. 
  • Je kan een draagdoek over beide schouders van het slachtoffer aanbrengen als hij dat, in functie van de pijn, toelaat. In vele gevallen is het voor het slachtoffer echter comfortabeler om zelf de arm te blijven ondersteunen.
  • Koel het letsel maximaal 20 minuten, in afwachting van gespecialiseerde hulp, met ijsblokjes in een zakje water of een koelzakje.

- Houd het ijs niet rechtstreeks tegen de huid. Wikkel er een dunne handdoek of andere doek rond. 

 - Gebruik koud water als je geen ijs hebt. 

  • Onderbreek het koelen als dat het slachtoffer hindert. Als de pijn weer opkomt, mag je opnieuw koelen, op voorwaarde dat de huid weer een normale temperatuur heeft.