Eerste hulp bij een insectensteek

Wespen en bijen steken uit zelfverdediging, om hun nest te beschermen of om eventuele prooidieren te doden. Die insecten brengen een steek toe via hun angel. Bij een steek ontstaat een kleine huidwonde en wordt er gif in de wonde gebracht, waardoor een insectensteek pijnlijk kan zijn.

Wat stel je vast?

  • Het slachtoffer heeft een plaatselijke zwelling en roodheid van de huid.
  • Het slachtoffer ervaart soms jeuk en/of pijn op de plaats van de steek of beet.
  • Als het slachtoffer een allergie voor het insectengif heeft, kan zijn lichaam daar hevig op reageren. De allergische reactie kan zich op een andere plaats van het lichaam bevinden dan de beet of steek.
  • Soms heeft het slachtoffer hoofdpijn en is hij duizelig, maar hij kan ook misselijk zijn of diarree hebben.
  • Bij zeer ernstige reacties kunnen ademhalingsmoeilijkheden, slikproblemen en zelfs bewustzijnsverlies optreden.

Dit doe je!

1

STAP 1: Zorg voor veiligheid

  • Was of ontsmet je handen en trek wegwerphandschoenen aan.
2

STAP 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer

  • Ga na wat er mis is.
  • Vraag of het slachtoffer slikproblemen heeft. 
3

STAP 3: Raadpleeg gespecialiseerde hulp

  • Raadpleeg gespecialiseerde hulp als:

- het niet lukt om een achtergebleven angel te verwijderen; 

- het slachtoffer uitgebreide roodheid of een pijnlijk jeukende zwelling krijgt; 

- het slachtoffer zich na de steek slecht begint te voelen (tot 24 uur nadien); 

- het slachtoffer heel veel werd gestoken; 

- er tekenen van ontsteking optreden op de plaats van de steek (roodheid, warmte, pijn en zwelling);

 - het slachtoffer (vermoedelijk) onvoldoende tegen tetanus is beschermd.

  • Alarmeer de Noodcentrale 112 als:

- het slachtoffer in de mond- of keelholte werd gestoken. 

- het slachtoffer algemene reacties buiten de eigenlijke steekplaats vertoont. 

Algemene reacties

Soms veroorzaakt een steek of beet naast een wondje op de eigenlijke steek- of beetplaats ook een algemene reactie zoals:

4

STAP 4: Verleen verdere eerste hulp

  • Stel het slachtoffer gerust. Adviseer het slachtoffer niet te krabben.
  • Verwijder de angel zo snel mogelijk.

- Druk van onder de insteekplaats opwaarts. Glijd daarna over de angel je vingernagel, een bankkaart of de botte kant van een mes. 

- Vermijd dat je het achtergebleven gifzakje samendrukt. Neem het gedeelte van de angel dat nog uit de huid steekt niet vast met een pincet of je vingers.

  • Reinig het wondje met water of een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel.
  • Koel de steekplaats met ijsblokjes in een zakje water of een koelzakje.
  • Verwijder juwelen aan de hand waarin is gestoken.
  • Bij hevige jeuk kan je een jeukwerende zalf gebruiken. Vraag raad aan je arts of apotheker.
  • Werd het slachtoffer inde mond of keel gestoken?

- Laat het slachtoffer de mond koelen met koud water of met een ijsblokje/waterijsje. 

- Als het slachtoffer ademhalingsmoeilijkheden heeft, zoek dan samen naar een comfortabele houding.

  • Als het slachtoffer veel pijn heeft, mag hij zelf een eenvoudige pijnstiller innemen als hij dat wil. Vraag hem daarbij voor gebruik de bijsluiter te lezen en de juiste dosis te respecteren.
  • Vraag het slachtoffer of hij tegen tetanus werd gevaccineerd.
  • Handel volgens je waarnemingen als het slachtoffer algemene reacties buiten de eigenlijke steekplaats vertoont .
  • Trek je wegwerphandschoenen uit en was of ontsmet je handen nadat je eerste hulp verleend hebt.

Personen met een gekende zware allergische reacties hebben soms een adrenalineauto-injector bij zich. Dat is een voorgevulde injectiespuit met adrenaline waarmee hij zichzelf bij een allergische reactie kan behandelen.

Je mag de adrenalineauto-injector overhandigen, zodat het slachtoffer die zelf kan gebruiken. Maar dien deze niet op eigen initiatief toe. Doe dat alleen op expliciete vraag van het slachtoffer en als hij niet meer in staat is om het zelf toe te dienen. Na gebruik moet het slachtoffer steeds naar het ziekenhuis.