Eerste hulp bij onderkoeling

Als het koud is, zorgt het lichaam ervoor dat er minder warmte verloren gaat en er meer warmte wordt geproduceerd. Als het verlies aan warmte te hoog wordt in vergelijking met de warmte die wordt geproduceerd, daalt de lichaamstemperatuur. Het lichaam slaagt er bij koude niet in om zijn temperatuur op peil te houden. We spreken dan van onderkoeling (of hypothermie). Bij een lichaamstemperatuur lager dan 35 °C komen heel wat processen en lichaamsfuncties in het gedrang. Als de temperatuur nog verder daalt, neemt de kans op overlijden toe.

Wat stel je vast?

  • Het slachtoffer bevindt of bevond zich in een koude omgeving.
  • Het slachtoffer begint oncontroleerbaar te rillen en te klappertanden. Als de onderkoeling blijft aanhouden, zal dat geleidelijk aan stoppen.
  • Hij heeft een koude, bleke en droge huid die evolueert naar blauwe lippen, oren, vingers en tenen.
  • De ademhaling evolueert van snel naar langzaam en oppervlakkig.
  • Het slachtoffer krijgt het steeds moeilijker om te bewegen: de spieren verstijven en de coördinatie van zijn bewegingen verslechtert. Ook spreken wordt moeilijker en kan vertragen.
  • Het slachtoffer is vaak verward. Hij kan ook andere bewustzijnsproblemen vertonen zoals sufheid, geheugenverlies, irrationeel gedrag en vermoeidheid. Uiteindelijk verliest hij het bewustzijn.

Dit doe je bij een onderkoeling!

1

STAP 1: Zorg voor veiligheid

  • Vermijd overbodige en zeker bruuske, schokkende bewegingen bij een onderkoeld slachtoffer.
2

STAP 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer

  • Ga na wat er mis is.
  • Controleer het bewustzijn. Open de luchtweg en controleer de ademhaling indien nodig. Doe dat voldoende lang.
3

STAP 3: Raadpleeg gespecialiseerde hulp

  • Alarmeer de Noodcentrale 112 als:
    • het slachtoffer niet meer rilt;
    • zijn spieren verstijven;
    • hij bewustzijnsstoornissen vertoont.
4

STAP 4: Verleen verdere eerste hulp

  • Breng het slachtoffer naar een warmere omgeving of bescherm hem tegen verdere afkoeling.
  • Als de kleding van het slachtoffer nat is (bijvoorbeeld bij een drenkeling):
    • trek de kleding voorzichtig, volledig uit;
    • droog het slachtoffer af;
    • dek hem warm toe.
  • Meet de lichaamstemperatuur van het slachtoffer.
  • Wrijf het slachtoffer niet warm.
  • Rilt het slachtoffer nog en is hij nog goed bij bewustzijn?

    JA, doe aan PASSIEVE OPWARMING NEE, doe aan ACTIEVE OPWARMING
    • Laat hem opwarmen in een slaapzak. Gebruik een deken (indien mogelijk in combinatie met een isolatiedeken) als je geen slaapzak hebt. Bedek ook het hoofd van het slachtoffer.
    • Laat hem warme, droge kleding aantrekken.
    • Geef hem een warme, suikerrijke drank en/of voeding (alleen als het slachtoffer goed bewust is). 
    • Warm het slachtoffer actief op, bij voorkeur onder een elektrisch deken.
    • Als je geen elektrisch deken hebt, kan je kersenpitkussens, warmtezakjes of een warmwaterkruik gebruiken. Let er wel op dat het slachtoffer zich niet verbrandt.
    • Geef het slachtoffer geen eten of drinken.