Vandaag verscheen in verschillende media het bericht dat personen die COVID-19 asymptomatisch doormaakten, hun antilichamen sneller verliezen. Hetzelfde zou gelden voor ouderen. Dit bericht is gebaseerd op een Britse studie van het Imperial College London en Ipsos Mori.
Enige nuance bij dit bericht is vereist. De Britse studie heeft als doel in kaart te brengen in welke mate het coronavirus zich verspreidde bij de bevolking en een inschatting te kunnen maken van het verdere verloop van de epidemie. Hiervoor vroegen ze aan 445.000 Britten, verdeeld over drie tijdspunten, een zelftest uit te voeren die onderzoekt of je antistoffen tegen het coronavirus in je bloed hebt. De testresultaten van juli, augustus en september werden vergeleken om een idee te krijgen van hoe de corona-epidemie verloopt in Groot-Brittannië.
Naast de antistoftest, vulden de deelnemers een vragenlijst in waar onder andere gepeild werd naar hun woonplaats, gezinssituatie, eventuele coronabesmetting en ernst van de symptomen.
Het klopt dat het percentage asymptomatische gevallen (personen die aangeven geen COVID-19 te hebben doorgemaakt maar toch positief testten op antilichamen) in verhouding sterker lijkt te dalen over de drie meetpunten in vergelijking met vermoedelijke of bevestigde coronabesmettingen. ‘Lijkt te dalen’ is een belangrijke nuance aangezien er geen statistische vergelijking werd gemaakt door de onderzoekers. Het is niet omdat er op het eerste zicht een grotere daling is, dat dit in realiteit ook zo is. Laat staan dat het relevant is in de praktijk.
Daarnaast is het belangrijk te weten dat bij de drie meetpunten niet steeds dezelfde personen deelnamen aan het onderzoek. Er is dus geen persoonlijke opvolging maar er wordt een globaal beeld geschept van de populatie.
Als derde zijn de zelftests niet kwantitatief. Ze geven niet weer hoeveel antistoffen iemand heeft maar onderscheiden enkel positief versus negatief. Het is niet ondenkbaar dat het verloop van de hoeveelheid antistoffen afhankelijk is van de initiële concentratie.
De onderzoekers schreven zelf ook een nieuwsbericht over hun studie waarin ze zelf toch voorzichtiger zijn met de conclusies. Ze focussen vooral op het besluit dat de concentratie antistoffen daalt naarmate de tijd vordert maar dat het nog onduidelijk is in welke mate antistoffen ook effectief zorgen voor immuniteit tegen COVID-19.
Over het algemeen kunnen we besluiten dat de studie goed werd uitgevoerd, mits hier en daar wat beperkingen die de onderzoekers zelf erkennen. De conclusie van de studie is dat er in september minder personen positief testten op corona-antistoffen dan in juli en dat we op basis hiervan geen enkele uitspraak kunnen doen over mogelijke immuniteit. Er wordt niet gesproken over een significant verband tussen je leeftijd of ernst van de infectie en het verval van de hoeveelheid antistoffen. Dit mediabericht is bijgevolg veel te kort door de bocht. Het zou natuurlijk kunnen dat er een verband bestaat maar dat valt niet binnen de opzet van deze studie.
[UPDATE 30 oktober 2020]
We maken een onderscheid tussen enerzijds studies die het verband tussen je bloedgroep en de vatbaarheid voor een besmetting met SARS-CoV-2. Anderzijds zijn er ook studies die onderzoeken of je bloedgroep een impact heeft op de ernst van de symptomen eens je besmet bent.
1. Vatbaarheid
Sinds het begin van de coronacrisis zijn al verschillende studies verschenen die het verband onderzochten tussen je bloedgroep en besmetting met SARS-CoV-2. In het zog van deze individuele studies verschenen ook reviews die de verschillende studies bundelen om tot één conclusie te komen. Het team van Golinelli maakte in september 2020 de meest recente en ook meest volledige tot nu toe.
Dit onderzoeksteam vond een verband tussen je bloedgroep en vatbaarheid voor het coronavirus. Hun berekeningen tonen 23% meer risico voor mensen met bloedgroep A en een 23% lager risico voor mensen met bloedgroep O op infectie met SARS-CoV-2. Voor de minder frequente bloedgroepen B en AB werd er geen verband gevonden. De conclusie van een meer recente studie van Barnkob, ligt in dezelfde lijn.
Dit maakt dat 8 onafhankelijke studies over verschillende werelddelen een hogere kans vinden op infectie met SARS-CoV-2 in bloedgroep A en een lagere in bloedgroep O. Toch kunnen we ook enkele kanttekeningen maken bij deze resultaten.
Ten eerste is het bij observationele studies als deze zeer moeilijk om een oorzakelijk verband bloot te leggen. Niet alle studies houden rekening met externe factoren die een invloed kunnen hebben op de resultaten.
Een tweede mogelijke valkuil is de keuze van de controlegroep: deze moet representatief zijn voor de algemene bevolking, maar in 3 studies was dit niet het geval aangezien een databank van bloeddonoren werd gebruikt. Bij bloeddonoren is het aandeel aan bloedgroep O doorgaans groter dan in de algemene bevolking omdat zij als universele donoren specifiek worden uitgenodigd in bloeddonatiecampagnes. Wanneer bloedgroep O oververtegenwoordigd is in de controlegroep, is het niet verwonderlijk dat hij ondervertegenwoordigd lijkt te zijn in de patiëntengroep.
We kunnen dus besluiten dat dit wetenschappelijk bewijs van zeer lage zekerheid is en dat er zeker een mogelijkheid is dat dit verband helemaal niet bestaat.
2. Ernst van symptomen
Er werd eveneens door verschillende onderzoeksgroepen onderzocht of bij besmette personen hun bloedgroep een impact had op de ernst van COVID-19. Er wordt dan bijvoorbeeld gekeken naar nood aan beademing of overlijden. Eén studie van Hoiland concludeert dat bloedgroepen A + AB zorgen voor een grotere kans op mechanische ventilatie en een langer verblijf in het ziekenhuis in vergelijking met bloedgroepen O + B. Dit was echter een zeer kleine studie waardoor we voorzichtig moeten omspringen met deze conclusie. Daarnaast vonden zeven grotere studies (Dzik, Göker, Latz, Leaf, Zhang en Zhao) geen verband tussen je bloedgroep en ernstige symptomen.
Mede doordat de verschillende studies het niet eens zijn, kunnen we besluiten dat ook het verband tussen je bloedgroep en de ernst van COVID-19 (nog) niet bewezen is.
Als algemene conclusie mogen we stellen dat voorlopige studieresultaten erop wijzen dat personen met bloedgroep A vatbaarder zijn voor een corona-infectie. Het bewijsmateriaal is echter van zeer lage kwaliteit waardoor verdere studies absoluut nodig zijn alvorens we hier zeker van mogen zijn. Vatbaarheid voor infectie is bovendien nog iets anders dan het ontwikkelen van ernstige symptomen. Ook hier is de zekerheid van het bewijsmateriaal zeer laag. Wij besluiten daarom dat er onvoldoende bewijs is voor een verschil in risico op COVID-19 voor de verschillende bloedgroepen. Iedereen moet zich, ongeacht de bloedgroep, strikt aan de maatregelen houden om de verspreiding van het virus tegen te gaan.
-----------
[UPDATE 20 juli 2020]
Het onderzoek naar een mogelijk verband tussen je bloedgroep en de vatbaarheid of ernst van COVID-19 staat niet stil. Ondertussen werden er al zes onderzoeken over gepubliceerd met uiteenlopende studieopzetten waardoor we de resultaten niet altijd met elkaar kunnen vergeleken worden. We bieden jullie graag een overzicht:
- Drie Chinese studies (Zhao, Zeng en Li) werden als eerste gepubliceerd en hebben gelijkaardige resultaten namelijk dat mensen met bloedgroep A vatbaarder zijn voor COVID-19 en dat bloedgroep O minder voorkomt bij coronapatiënten. Zij concluderen echter dat vatbaarheid voor COVID-19 niet betekent dat je automatisch ernstige ziekteverschijnselen ontwikkelt.
- Na controle van deze drie studies kunnen we niet met zekerheid stellen dat de ene bloedgroep meer of minder vatbaar is voor besmetting met het coronavirus. De observationele studies zijn van lage kwaliteit en vinden slechts zeer zwakke associaties die waarschijnlijk niet relevant zijn in de praktijk.
- In juni verscheen een studie van The Severe Covid-19 GWAS Group die het genetisch profiel van 1.980 coronapatiënten uit Italië en Spanje onderzocht en concludeerde dat je bloedgroep mogelijks een impact zou kunnen hebben in het ziekteverloop van COVID-19.
- Deze studie onderzocht enkel gehospitaliseerde patiënten met ademhalingsproblemen en zegt dus niets over asymptomatische of milde gevallen. Bovendien blijkt er geen verband tussen je bloedgroep en de ernst van ademhalingsproblemen. Daarnaast blijken nog andere genetische factoren een impact te kunnen hebben en is het onduidelijk hoe groot deze impact op individuele schaal zou zijn.
- We kunnen dus concluderen dat dit onderzoek aantoont dat mensen met een ernstig ziektebeeld vaker bloedgroep A hebben in vergelijking met de algemene bevolking. Bloedgroep O komt in deze specifieke patiëntenpopulatie dan weer minder vaak voor. Nochtans betekent de associatie tussen bloedgroep en ziekenhuisopname met ademhalingsproblemen niet per se dat het ene de oorzaak van het andere. Het is dus niet omdat je bloedgroep A hebt en besmet raakt met het coronavirus, dat je in het ziekenhuis zal belanden met ernstige ademhalingsproblemen.
- Ook twee Amerikaanse studies (Latz en Zietz) onderzochten het verband tussen je bloedgroep en de vatbaarheid voor COVID-19. Zij vergelijken personen die een positieve coronatest ondergingen met diegene waarbij het resultaat negatief was. Latz besloot dat personen met bloedgroep B en AB vaker positief testten en dat bloedgroep O vaker voorkwam bij negatieve resultaten. Bij Zietz bleek bloedgroep A vaker voor te komen bij positieve testers.
- In tegenstelling tot de Chinese studies, houden deze twee onderzoeksgroepen rekening met externe risicofactoren zoals overgewicht, ademhalingsproblemen of leeftijd. Ook het feit dat er niet vergeleken wordt met de bloedgroepenverdeling van de algemene bevolking kan een verklaring zijn voor de verschillende resultaten.
- Bovendien vergeleek de groep van Zietz de Amerikaanse resultaten met de Chinese en concludeert dat de bloedgroepenverdeling, zowel bij de algemene bevolking als bij coronapatiënten, verschilt. Hieruit besluiten we dat regionale observationele studies niet zomaar gelden voor de hele wereldbevolking en dat we niet zomaar resultaten mogen veralgemenen.
Door de verschillende invalshoeken en uiteenlopende resultaten, is het op dit moment onmogelijk met zekerheid te stellen dat de ene bloedgroep zorgt voor een hogere vatbaarheid voor COVID-19, noch voor een ernstiger ziekteverloop. Niemand hoeft zich zorgen te maken en we raden iedereen aan de opgelegde maatregelen te volgen, ongeacht je bloedgroep.
------------
[UPDATE 18 juni 2020]
In verschillende kranten verscheen op 18 juni een artikel over een onderzoek dat beweert dat bloedgroep A vaker voorkomt bij patiënten met ernstige symptomen van COVID-19. Bloedgroep O komt net minder vaak voor in deze patiëntengroep.
Sinds maart zijn er al verschillende studies gepubliceerd over dit thema die we grondig onder de loep namen (zie update van 17 maart 2020 hieronder). Deze studies boden echter onvoldoende bewijzen om te kunnen zeggen dat er een verband bestaat tussen je bloedgroep en het risico op, of de ernst van een infectie met het coronavirus. Het onderzoek van The Severe Covid-19 GWAS Group is daarentegen bijzonder kwaliteitsvol waardoor de resultaten meer betrouwbaar zijn. Toch willen we als wetenschappelijke organisatie zorgen voor correcte en genuanceerde informatie.
Ten eerste stellen de onderzoekers zelf dat je bloedgroep mogelijk een effect zou kunnen hebben. Niets is op dit moment 100% zeker en verder onderzoek zal hierover nodig zijn.
Bovendien blijken nog andere genetische factoren een impact te kunnen hebben en is het onduidelijk hoe groot deze impact op individuele schaal is. De onderzoekers hadden immers weinig gegevens over onderliggende medische aandoeningen die ook een rol kunnen spelen in het ziekteverloop.
Vervolgens werden enkel gehospitaliseerde patiënten met ademhalingsproblemen onderzocht. Over asymptomatische of milde gevallen kunnen dus geen uitspraken gedaan worden. Er blijkt bovendien dat er geen verband bestaat tussen je bloedgroep en de ernst van ademhalingsproblemen.
Daarnaast focuste dit onderzoek enkel op het genetisch profiel van de patiënten en wordt er geen verklaring gegeven waarom het ene profiel zou zorgen voor een meer of minder ernstig ziektebeeld. Dit zal verder onderzocht moeten worden.
Als laatste willen we graag benadrukken dat dit onderzoek niet betekent dat je je zorgen met maken als je bloedgroep A hebt of nalatig mag zijn met bloedgroep O. Op dit moment gelden voor iedereen dezelfde veiligheidsmaatregelen en richtlijnen.
We kunnen dus concluderen dat dit onderzoek aantoont dat mensen met een ernstig ziektebeeld vaker bloedgroep A hebben in vergelijking met de algemene bevolking. Bloedgroep O komt in deze specifieke patiëntenpopulatie dan weer minder vaak voor. Nochtans betekent de associatie tussen bloedgroep en ziekenhuisopname met ademhalingsproblemen niet per se dat het ene de oorzaak van het andere. Het is dus niet omdat je bloedgroep A hebt en besmet raakt met het coronavirus, dat je in het ziekenhuis zal belanden met ernstige ademhalingsproblemen.
-------------
[17 maart 2020] We zien op sociale media steeds vaker het gerucht opduiken dat mensen met bloedgroep A meer kans zouden lopen op COVID-19 en mensen met bloedgroep O minder kans hebben op besmetting met het virus. Dit is gebaseerd op dit onderzoek, gevolgd door een tweede en derde gelijkaardige studie met gelijkaardige resultaten.
Op basis van deze drie studies kunnen we echter NIET stellen dat de ene bloedgroep meer of minder vatbaar is voor besmetting met het coronavirus.
Ten eerste onderging voorlopig enkel de laatste studie van Li ‘peer reviewing’ door experten. De twee andere studies werden dus nog niet geëvalueerd door externen. Nochtans is dit proces zeer belangrijk om kwalitatieve studies te garanderen.
Als tweede gaat om observationele studies waarbij we weinig details kennen over de controlegroepen. Zijn er evenveel mannen als vrouwen? Wat is de verdeling over de verschillende leeftijden? We weten dus eigenlijk niet met zekerheid dat de patiënten en de controlegroep met elkaar kunnen vergeleken worden.
Bovendien bevatten deze studies enkel gegevens uit China waardoor we niet met zekerheid kunnen stellen dat de resultaten ook gelden voor andere landen of continenten.
Daarnaast moeten we het ‘significante resultaat’ met een korrel zout nemen. In de drie studies gebruiken de onderzoekers een statistische methode die heel gevoelig is voor kleine afwijkingen waardoor resultaten al snel een significant verschil opleveren terwijl de percentages eigenlijk niet zo veel verschillen. Dit zien we ook terugkomen in de berekeningen van hoe sterk een bepaalde bloedgroep geassocieerd is met het risico om al dan niet besmet te raken. De associaties zijn eerder zwak waardoor we besluiten dat de significante resultaten niet relevant zijn in de praktijk.
Tot slot is er nog een verschil tussen besmetting met het SARS-CoV-2 virus en het ontwikkelen van ernstige COVID-19 ziekteverschijnselen. De studie van Zeng vond immers geen verband tussen de bloedgroep en de ontwikkeling van ernstige symptomen of mortaliteit. De auteurs concluderen zelf terecht dat de mogelijks verhoogde vatbaarheid voor het oplopen van SARS-CoV-2 zeker niet mag geïnterpreteerd worden als een ernstiger ziekteverloop van COVID-19. Het onderzoeksteam van Li vond eveneens geen associatie tussen bloedgroep en overlijden ten gevolge van COVID-19.
Conclusie: we raden iedereen aan, ongeacht je bloedgroep, de opgelegde maatregelen te blijven volgen!