Implementatie

Het internationaal humanitair recht (IHR) berust op een bestel van gedetailleerde regels die de impact of de gevolgen van een gewapend conflict proberen te begrenzen. De belangrijkste verdragen zijn ondertekend door (bijna) alle staten.

Algemene implementatievereisten

Een staat die partij wordt bij een verdrag door het verdrag te ondertekenen en te ratificeren, is slechts toe aan de initiële fase van implementatie. De concrete handelingen die volgen op de ondertekening van een verdrag zijn minstens even belangrijk, want door de praktijk worden de regels realiteit. Het begrip implementatie staat dus voor alle kleine of grote handelingen die gesteld worden om het beoogde doel te bereiken. De vereiste maatregelen of handelingen worden meestal in het verdrag zelf bepaald.

Er zijn gevallen waarin staten wetten of regels moeten aannemen om hun verplichtingen in de praktijk te brengen, terwijl in andere gevallen de verdragen specifieke administratieve vereisten stellen:

  • ontwikkeling van onderwijs
  • rekrutering of training van personeel
  • aanmaken van identiteitskaarten en andere documenten
  • opzetten van speciale structuren
  • introduceren van administratieve procedures

Vereisten onder het IHR

Onder het IHR wordt er van de partijen bij het verdrag gevraagd om een aantal maatregelen te nemen, zoals:

  • De Verdragen van Genève van 1949 en de Aanvullende Protocollen moeten vertaald worden naar de nationale ta(a)l(en).
  • Men moet aan verspreiding doen zodat de inhoud van de verdragen bekend is bij de strijdmacht en het grote publiek.
  • Men moet inbreuken op de verdragen voorkomen en bestraffen. Het is vooral belangrijk dat landen een strafrecht ontwikkelen dat oorlogsmisdaden aanklaagt en bestraft.
  • Men staat in voor het identificeren en bij wet beschermen van mensen, eigendom en plaatsen die beschermd worden door het IHR.
  • Men moet maatregelen nemen om eventueel misbruik van de rode kruis-, rode halve maan-, rode kristalemblemen en andere symbolen en emblemen die beschreven staan in de verdragen en protocollen, tegen te gaan.
  • Men moet verzekeren dat beschermde personen genieten van juridische en andere gegarandeerde zekerheden tijdens een gewapend conflict.
  • Men moet mensen opleiden in het IHR en personen die gekwalificeerd zijn in het humanitair recht inzetten, bijvoorbeeld als juridische adviseurs bij de strijdmacht.
  • Men moet voorzien in de oprichting en regelgeving van:
    • nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen en andere vrijwillige hulporganisaties
    • civiele beschermingsorganisaties
    • nationale informatiediensten (‘tracing’)
  • Men moet het IHR in gedachten houden bij de keuze van militaire sites en de ontwikkeling en aanschaffing van wapens en militaire tactieken.
  • Men moet van geweld gevrijwaarde zones instellen zoals ziekenhuiszones, neutrale zones en gedemilitariseerde zones.