Internationale Rode Kruiscomité

Het Internationale Rode Kruiscomité (International Committee of the Red Cross, ICRC) werd in 1863 opgericht door vijf Zwitsers: Henry Dunant, Guillaume-Henri Dufour, Gustave Moynier, Louise Appia en Théodore Maunoir.  Zij stelden zich tot doel de ideeën die Henry Dunant in zijn boek ‘Un souvenir de Solférino’ optekende, in de praktijk om te zetten, namelijk:

  • in vredestijd hulporganisaties met medisch personeel op te richten die klaar staan om in oorlogstijd de gewonden te verzorgen
  • deze vrijwilligers te erkennen en te beschermen door een internationale overeenkomst en een internationaal erkend embleem
    Mandaat van internationale gemeenschap

Het ICRC is een neutrale, onpartijdige en onafhankelijke humanitaire organisatie die zijn mandaat aan de internationale gemeenschap ontleent. Het mandaat en de juridische status van het ICRC onderscheiden het zowel van intergouvernementele organisaties zoals de Verenigde Naties als van niet-gouvernementele organisaties.

Privileges en immuniteiten

In de meeste landen waar het ICRC werkt, heeft het akkoorden gesloten met de autoriteiten. Door deze overeenkomsten, die onder het internationaal recht vallen, geniet het ICRC privileges en immuniteiten die normaal enkel intergouvernementele organisaties toekomen. Denk maar aan immuniteit van juridische vervolging. Op die manier is het beschermd tegen administratieve en juridische procedures en zijn de gebouwen, archieven en andere documenten van het ICRC onschendbaar. Dergelijke privileges en immuniteiten zijn onmisbaar voor het ICRC omdat ze twee essentiële voorwaarden voor actie garanderen: neutraliteit en onafhankelijkheid.

Taken

Vandaag is het de opdracht van het ICRC om op strikt neutrale en onpartijdige wijze bescherming en hulp te bieden aan de burgerlijke en militaire slachtoffers van gewapende conflicten. Dit omvat onder meer volgende taken:

  • bezoeken van krijgsgevangenen en gevangengenomen burgers
  • opsporen van vermiste personen
  • uitwisselen van berichten tussen familieleden, gescheiden door een gewapend conflict
  • familiehereniging
  • voedsel, water en medische hulpverlening aan burgers die geen toegang hebben tot deze basisvoorzieningen

Daarnaast pleit het ICRC actief voor het respect en de ontwikkeling van het internationaal humanitair recht (IHR):

  • door als neutrale bemiddelaar de conflictpartijen te wijzen op hun verplichtingen onder het IHR
  • door de bekendmaking van het IHR
  • door toezicht en opvolging van nieuwe ontwikkelingen in het IHR

Als initiatiefnemer en hoeder van het IHR moet het ICRC dus het respect en de naleving ervan bevorderen. Het doet dit door de kennis van humanitaire rechtsregels te verspreiden en de partijen bij een conflict aan hun verplichtingen te herinneren.

Verspreiding en Adviesdienst

Omdat onwetendheid over het recht een belangrijk obstakel is in de toepassing ervan, herinnert het ICRC de staten aan hun verplichting om ruchtbaarheid te geven aan de desbetreffende regels. Het ICRC neemt daarvoor ook zelf initiatieven. Bijvoorbeeld door hen te herinneren aan hun plicht om de nodige maatregelen te nemen voor een daadwerkelijke toepassing en bijgevolg eerbiediging van het recht. Dit gebeurt voornamelijk via zijn Adviesdienst voor het IHR die de staten technisch begeleidt en hen bijstaat bij het uitvaardigen van nationale wetten en reglementen ter implementatie van het IHR.

Vertrouwelijke dialoog om partijen aan hun verplichtingen te herinneren

Door zijn aanwezigheid op het terrein beschikt het ICRC over betrouwbare informatie die als basis dient voor een vertrouwelijke benadering van autoriteiten die betrokken zijn bij mogelijke schendingen van het IHR. Dergelijke vertrouwelijke dialoog is de normale handelswijze van het ICRC. In geval van ernstige en herhaaldelijke inbreuken waarvan het bestaan met zekerheid vastgesteld kan worden en indien vertrouwelijke initiatieven zonder resultaat blijven, behoudt het ICRC zich wel het recht om in het openbaar stelling te nemen. Het doet dit alleen als het een dergelijke publiciteit in het belang acht van de getroffen of bedreigde bevolking. Zoiets blijft dan ook een hoogst uitzonderlijke maatregel.