Vredesoperaties
Bij een internationaal of een niet-internationaal gewapend conflict moeten de leden van militaire eenheden die aan een vredesoperatie deelnemen, het IHR in acht nemen wanneer zij actief betrokken zijn bij gewapende confrontaties met een partij bij het conflict. Wanneer zij dit niet zijn, worden zij beschouwd als burgers zolang de situatie niet verandert.
Militaire eenheden van staten en het IHR
Voor iedere troepenmacht is het humanitair recht van toepassing volgens de internationale verplichtingen van elk land dat troepen levert. De staten die militaire eenheden voor zulke operaties leveren, moeten zich ervan verzekeren dat ze bewust zijn van de humanitaire voorschriften.
VN-strijdkrachten en het IHR
De secretaris-generaal van de VN heeft in zijn Bulletin van 6 augustus 1999 ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de aanvaarding van de Verdragen van Genève in 1949 bevestigd dat het humanitair recht van toepassing is op de strijdkrachten die onder bevel en toezicht van de Verenigde Naties opereren.
Onder de titel ‘Observance by United Nations forces of international humanitarian law’ geeft het Bulletin een overzicht van de grondbeginselen en regels van het humanitair recht. Dit zijn minimale beginselen waaraan de blauwhelmen zich moeten houden, telkens wanneer zij deelnemen aan afdwingende gevechten of wanneer zij tijdens de vredeshandhaving uit zelfverdediging moeten optreden in het kader en voor de duur van de gevechten.
De aan de strijdkrachten van de VN opgelegde verplichting om de genoemde regels en grondbeginselen in acht te nemen, is opgenomen in de overeenkomsten die de VN onlangs heeft gesloten met de landen waarin blauwhelmen zijn opgesteld.
VN-vredesoperaties en het IHR
Operaties ter bewaring van de vrede dienen om wapenstilstand en afbakeningslijnen te doen respecteren en de terugtrekking van troepen overeen te komen. Sinds enige jaren omvatten zij ook andere taken zoals het toezicht op verkiezingen, het overbrengen van humanitaire hulp en bijstand in het verloop van een nationale verzoening. Alleen in geval van legitieme zelfverdediging mag geweld worden gebruikt. Dergelijke operaties worden uitgevoerd met toestemming van de partijen ter plaatse.
Operaties voor het afdwingen van de vrede vallen onder hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties. Zij worden uitgevoerd door troepen van de VN, groepen van staten of regionale organisaties op verzoek van de betrokken staat of gemachtigd door de VN-Veiligheidsraad. Deze troepen ontvangen een gevechtsmissie en toestemming om bij de vervulling van hun taak een bepaalde mate van geweld te gebruiken. De toestemming van de partijen is niet noodzakelijk.
Het onderscheid tussen deze twee soorten operaties is de laatste jaren vervaagd. Bovendien gebruikt men almaar vaker de term ‘vredesoperatie’.