Aanvullende Protocollen bij de Verdragen van Genève

Op 8 juni 1977 werden twee Aanvullende Protocollen bij de Verdragen van Genève van 1949 aangenomen. Doel? De bestaande regels van het internationaal humanitair recht (IHR) aan de realiteit van de toenmalige gewapende conflicten aanpassen. Tegelijk werden een aantal lacunes in de Verdragen van Genève weggewerkt. Op 5 december 2005 werd een Derde Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève aangenomen.

Aanvullend Protocol I

Aanvullend Protocol I is van toepassing op internationale gewapende conflicten. Naast gewapende conflicten tussen staten worden hieronder ook nationale bevrijdingsoorlogen tegen een koloniale overheersing, vreemde bezetting of racistische regimes gerekend. Het Eerste Aanvullende Protocol beperkt de manier waarop militaire operaties kunnen worden uitgevoerd. Het beperkt het recht van de conflictpartijen om de methoden en middelen van oorlogvoering van hun keuze te gebruiken en verbiedt het gebruik van wapens, projectielen, stoffen en methoden van oorlogvoering die naar hun aard overbodig letsel of onnodig leed veroorzaken. Opmerkelijk zijn ook de duidelijke regels ter bescherming van de burgerbevolking tegen de gevolgen van de vijandelijkheden. Ook de humanitaire hulpverlening krijgt een ruimere aandacht en betere bescherming.

Aanvullend Protocol II

Aanvullend Protocol II verzekert in niet-internationale gewapende conflicten de toepassing van de belangrijkste regels van het IHR. Tot 1977 was enkel gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Genève van toepassing in interne gewapende conflicten. Hoewel dit artikel de basisprincipes bevat voor de bescherming van mensen in oorlogstijd, volstond het niet om een oplossing te bieden voor de ernstige humanitaire problemen eigen aan niet-internationale gewapende conflicten.

Aanvullend Protocol III

In december 2005 werd een Derde Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève aanvaard. Aanvullend Protocol III creëert een nieuw en bijkomend beschermend embleem. Het rode kristal, gevormd door het rode kader van een ruit rustend op een punt tegen een witte achtergrond, heeft dezelfde betekenis en bescherming als het rode kruis en de rode halve maan.

Net zoals geldt voor de andere emblemen, is het gebruik van dit embleem streng gereglementeerd. Het kan in het bijzonder gebruikt worden door:

  • medische diensten van de strijdkrachten
  • burgerlijke ziekenhuizen mits een uitdrukkelijke toestemming
  • de verschillende componenten van de internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Relevante bepalingen

Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 inzake de bescherming van de slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I)

Aanvullend Protocol bij de Conventies van Genève van 12 augustus 1949 inzake de bescherming van de slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten (Protocol II)