Kwalificatie van conflicten

Het internationaal humanitair recht (IHR) maakt een fundamenteel onderscheid tussen de beschermingsregels voor internationaal gewapende conflicten en voor niet-internationaal (of interne) gewapende conflicten.

Historische reden

Aanvankelijk regelden internationale verdragen enkel de relaties tussen staten, ook in oorlogstijd. Een gewapende strijd binnen de landsgrenzen van een staat werd als een interne aangelegenheid beschouwd en dus niet per verdrag geregeld. Door het toenemend aantal gewelddadige niet-internationale conflicten en onder invloed van de mensenrechten groeide de overtuiging dat een aantal fundamentele rechten in niet-internationale conflicten een zaak zijn voor de internationale gemeenschap en niet uitsluitend voor de betrokken staat. Hoewel recente verdragen steeds vaker geldig zijn voor internationale en niet-internationale gewapende conflicten, blijft het aantal beschermingsregels voor niet-internationale conflicten achterop hinken ten aanzien van het aantal regels voor internationale conflicten.

Toepassingsgebieden van de Verdragen van Genève en de Aanvullende Protocollen

De bepalingen van de vier Verdragen van Genève en het Eerste Aanvullende Protocol zijn van toepassing bij internationaal gewapende conflicten. Maar zij zijn ook van toepassing in geval van bezetting van een staat, zowel geheel als gedeeltelijk, zelfs wanneer deze bezetting geen gewapende tegenstand ontmoet. 

Op grond van het Eerste Aanvullende Protocol worden bovendien sommige nationale conflicten gecatalogeerd als internationale conflicten, met name deze waarin volkeren vechten tegen koloniale overheersing, vreemde bezetting of racistische regimes. Daardoor genieten de betrokkenen bij een dergelijk conflict een ruimere bescherming dan wanneer ze onder de regeling voor niet-internationale conflicten zouden vallen.

Het Tweede Aanvullende Protocol vindt een toepassing in niet-internationale gewapende conflicten. Om de bescherming van het tweede protocol te kunnen inroepen, moet het conflict een zekere intensiteit bereiken. Het is niet van toepassing op situaties van interne ongeregeldheden en spanningen, zoals rellen, op zichzelf staande en sporadisch voorkomende daden van geweld. Bovendien is het Tweede Protocol enkel toepasbaar in niet-internationale conflicten tussen het reguliere leger en dissidente groeperingen die een gedeelte van het grondgebied onder controle hebben en bovendien over een zekere vorm van organisatie beschikken om de bepalingen van het verdrag te kunnen naleven.

Indien deze benedengrens van het Tweede Aanvullende Protocol niet wordt bereikt, is enkel het Gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Genève van toepassing. Het voorziet in een minimumbescherming voor alle betrokkenen, die door alle partijen bij het conflict toegepast moet worden. Het artikel verbiedt uitdrukkelijk een aantal flagrante schendingen van de menselijke waardigheid zoals:

  • moord
  • vernederende en onterende behandelingen
  • gijzeling
  • het uitspreken en tenuitvoerlegging van vonnissen zonder voorafgaande berechting

Uitbreiding van de definitie dankzij Internationaal Strafhof

De kwalificatie van een gewapend conflict heeft verregaande gevolgen voor de bescherming van kwetsbare personen. Hoewel het IHR een aantal indicaties biedt, is de uiteindelijke beoordeling vaak afhankelijk van de inschatting van de feitelijke omstandigheden. Zeker in oorlogsomstandigheden is dit geen evidentie. De evolutie om het onderscheid tussen internationale en niet-internationale conflicten op te heffen is dan ook van groot belang. De internationale ad-hoc tribunalen en het Internationale Strafhof spelen hierbij een belangrijke rol. Niet alleen staan zij borg voor de (internationale) strafbaarstelling van ernstige inbreuken gepleegd in het kader van niet-internationale conflicten, het Internationaal Strafhof geeft ook een ruimere definitie aan het begrip ‘niet-internationaal conflict’ dan het Tweede Aanvullende Protocol. Een langdurig gewapend conflict tussen gewapende groepen onderling, zonder betrokkenheid van de reguliere strijdkrachten, wordt binnen de definitie van een niet-internationaal gewapend conflict gebracht.

Ruimere toepassing in de gewoonterechtelijke regels

Ook het internationaal humanitair gewoonterecht is belangrijk. Gewoonterechtelijke regels zijn regels die gelden voor alle betrokken conflictpartijen, zelfs indien ze geen partij zijn bij het verdrag dat deze regel vastlegt. Uit de praktijk blijkt dat de gewoonterechtelijke regels voor niet-internationale gewapende conflicten heel wat ruimer zijn dan de bepalingen van het Tweede Aanvullende Protocol en in grote mate gelijk lopen met de beschermingsregels voor internationale gewapende conflicten.

Relevante bepalingen

GI/GII/GIII/GIV, art 2; API art. 1; APII art. 1; ICC Statuut art 8 (2)(f)

Andere artikels met trefwoord Geweld

Niet-internationale gewapende conflicten
gewoonterecht
Verdragen van Genève