Gender

Het internationaal humanitair recht (IHR) heeft aan vrouwen altijd een algemene bescherming geboden die dezelfde is als de bescherming waar mannen recht op hebben. In die zin is het IHR genderneutraal. Onder ‘gender’ worden overigens niet de biologische, maar de culturele en sociaal geconstrueerde verschillen tussen mannen en vrouwen verstaan. Van vrouwen en mannen wordt een bepaald gedrag verwacht dat strookt met een standaardgenderrol.

Extra bescherming voor vrouwen in verdragen

In bepaalde humanitaire verdragen wordt aan vrouwen een bijkomende speciale bescherming verleend omwille van hun specifieke noden. In enkele bepalingen van de vier Verdragen van Genève en de Aanvullende Protocollen wordt er verwezen naar de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, bijvoorbeeld in het artikel dat de situatie van zwangere moeders bespreekt (GC IV art.89). Maar andere artikelen zijn minder duidelijk over de situatie van de vrouw. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen of de bepaling die stelt dat moeders van jonge kinderen niet geëxecuteerd mogen worden, niet eerder een beschermingsmaatregel voor het kind is (AP II art.6(4)). En wat als de vader voor de kinderen zorgt?

Verschillende deskundigen hebben bovendien gemerkt dat indien vrouwen in een gegeven maatschappij niet op dezelfde manier behandeld worden als mannen, gewapende conflicten zich in die maatschappij ook op een andere manier aan vrouwen en mannen presenteren.

Evaluatie van de positie van de vrouw

Al deze observaties hebben de aanzet gegeven om de positie van de vrouw in gewapende conflicten te onderzoeken. Dat gebeurde al in een studie van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) ‘Women facing War’. Er is ook een bredere dialoog aan de gang om een grondige evaluatie te maken van de specifieke situatie van vrouwen volgens het IHR.

Breder dan enkel de situatie van de vrouw

Een genderperspectief sluit ook de ogen niet voor zaken die minder besproken worden en heeft niet enkel oog voor de situatie van de vrouw. ‘Gender’ gaat ook over de afwijkingen van de door de maatschappij bepaalde standaardgenderrol. In de laatste jaren zijn de traditionele rollenpatronen bijvoorbeeld erg veranderd. Daardoor deinzen sommige vrouwen er niet voor terug om zelf actief deel te nemen aan de vijandelijkheden. Vrouwen zijn ook niet altijd slachtoffer van een gewapend conflict. Soms zijn ze zelf oorlogsmisdadigers.

Een ander thema dat voor gespreksstof zorgt in de genderdialoog is dat niet enkel vrouwen slachtoffer zijn van brute verkrachtingen. Aan de juridische en praktische implicaties van mannen die hetzelfde lot hebben ondergaan, wordt nauwelijks aandacht geschonken.